3
Druk op
, voer het snelkoppelingsnummer in met het
toetsenblok en raak
aan.
Als u nog meer ontvangers wilt invoeren, raakt u Volgend adres
aan en voert u de e-mailadressen of de snelkoppelingsnummers in
die u wilt toevoegen.
4
Raak Verzenden aan.
Een e-mail verzenden via het adresboek
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en
de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items,
transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels
uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders
aanpassen.
3
Blader in het startscherm naar:
E-mailen >Ontvanger(s) >
> naam van de ontvanger >
Snelkoppelingen zoeken
4
Raak de naam van de ontvanger aan.
Raak Volgend adres aan als u meerdere ontvangers wilt invoeren.
Vervolgens kunt u de e-mailadressen of de
snelkoppelingsnummers invoeren die u wilt toevoegen of in het
adresboek zoeken.
5
Raak Gereed aan.
Een e-mail annuleren
•
Als u de ADF gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als
Scanning... (Bezig met scannen) wordt weergegeven.
•
Als u de glasplaat (flatbed) gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak
annuleren) aan als Scanning... (Bezig met scannen)
wordt weergegeven of als Scan the Next Page
(Volgende pagina scannen) / Finish the Job
(Taak voltooien) wordt weergegeven.
Faxen
Een fax verzenden
Fax verzenden met het aanraakscherm
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en
de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items,
transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels
uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders
aanpassen.
3
Raak Faxen aan in het startscherm.
4
Voer het faxnummer of een snelkoppeling in via het aanraakscherm
of het toetsenblok.
Als u ontvangers toevoegen, raakt u Volgend nr. aan en geeft u het
telefoonnummer of snelkoppelingsnummer op of zoekt u in het
adresboek.
Opmerking: Druk op
als u een pauze in het faxnummer
wilt plaatsen. Deze pauze wordt als komma weergegeven in het
vak Faxen naar. Gebruik deze functie als u eerst een buitenlijn
moet kiezen.
5
Raak Faxen aan.
Een fax verzenden via de computer
Met de faxoptie van het printerstuurprogramma kunt u 'afdrukken
naar de fax', wat inhoudt dat de printer een document in de wachtrij
zet als fax in plaats van het af te drukken. De faxoptie functioneert als
een normaal faxapparaat, maar wordt beheerd met het
printerstuurprogramma in plaats van met het bedieningspaneel van
de printer.
1
Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
2
Selecteer de printer en blader naar:
Eigenschappen > tabblad Fax > Fax inschakelen
3
Voer in het veld Faxnummer(s) een of meer faxnummers van de
ontvanger in.
Faxnummers kunnen handmatig worden ingevoerd of met de
functie Telefoonboek.
13
4
Geef zo nodig een voorvoegsel op in het veld Kiesvoorvoegsel.
5
Selecteer in het juiste paperformaat en de juiste afdrukstand.
6
Schakel het selectievakje Voorblad toevoegen aan fax in en voer
de juiste informatie in als u een voorblad wilt toevoegen aan de
fax.
7
Klik op OK.
Opmerkingen:
•
De faxoptie kan alleen worden gebruikt met het PostScript-
stuurprogramma of het universele faxstuurprogramma.
Raadpleeg de cd Software en documentatie voor meer
informatie over het installeren van deze stuurprogramma's.
•
U kunt de faxoptie alleen gebruiken als deze is geconfigureerd
en ingeschakeld in het PostScript-stuurprogramma onder het
tabblad Configuratie.
•
Als het selectievakje Altijd instellingen weergeven voor faxen is
ingeschakeld, verschijnt er een dialoogvenster waarin u de
informatie van de ontvanger moet controleren voor de fax
wordt verzonden. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld,
wordt het document in de wachtrij automatisch verzonden als
fax wanneer u op het tabblad Faxen op OK klikt.
Snelkoppelingen maken
Snelkoppeling voor een faxbestemming maken
met de Embedded Web Server
U kunt een permanente faxbestemming maken en hieraan een
snelkoppelingsnummer toewijzen zodat u niet elke keer als u een fax
wilt verzenden het volledige faxnummer van de ontvanger hoeft in te
voeren op het bedieningspaneel van de printer. U kunt een
snelkoppeling maken voor één faxnummer of een groep met
faxnummers.
1
Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw
webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u:
•
het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in
het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
•
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres
in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
2
Klik op Instellingen > Snelkoppelingen beheren > Instellingen
faxsnelkoppeling.