Nederlands
Motor starten/afzetten
Bedieningselementen
7
1 6
3
5 4
1
Stopschakelaar
2
Gashendelblokkering
3
Gashendel
4
Verende tong van de gashendel
5
Arrêtering
Standen van de stopschakelaar
6
I – werkstand – de motor draait of
kan aanslaan
7
0 – stop – motor uit – de ontsteking
is uitgeschakeld
84
Starten
2
Stopschakelaar in stand I plaatsen
N
Gashendelblokkering indrukken en
N
ingedrukt houden
De gashendel doordrukken tot de
N
arrêtering van de tong (4) op het
huis (pijl) vastklikt
Vervolgens de gashendel, tong en
N
gashendelblokkering loslaten =
startgasstand
4
N
g bij koude motor
e bij warme motor – ook als de motor
N
9
8
Chokehendel (8) instellen
reeds heeft gedraaid, maar nog
koud is
Balg (9) van de hand-benzinepomp
ten minste 5-maal indrukken – ook
als de balg met benzine is gevuld
FS 38