INSTALLATIe
overdracht van het toestel
Regelingswijzen en functies
Drukverschil
Aanbeveling bij tweebuis-verwarmingssystemen met
variabel ∆p-v
radiatoren voor de reductie van stromingsgeluiden aan
(I, II, III)
thermostatische kranen
H/m
De pomp vermindert de opvoerhoogte bij het dalende
III
debiet in het leidingnet tot de helft.
II
Besparing van elektrische energie door aanpassing van
I
de opvoerhoogte aan de benodigde volumestroom en
lagere stromingssnelheden.
Drie voorgedefinieerde karakteristieken (I, II, III) om uit
Q/m³/ h
te kiezen.
Drukverschil
Aanbeveling bij vloerverwarmingen of bij ruim ge-
constante ∆p-c
dimensioneerde buisleidingen of alle toepassingen
(I, II, III)
zonder veranderlijke buisnetkarakteristiek (bijv. boiler-
laadpompen) alsmede éénbuis-verwarmingssystemen
H/m
met radiatoren
III
II
De regeling houdt de ingestelde opvoerhoogte con-
stant, onafhankelijk van het gevraagde debiet.
I
Drie voorgedefinieerde karakteristieken (I, II, III) om uit
te kiezen.
Q/m³/ h
Constant toerental
Aanbeveling bij installaties met onveranderlijke instal-
(I, II, III)
latieweerstand die een constante volumestroom nodig
hebben.
H/m
III
De pomp draait in drie voorgedefinieerde vaste toeren-
talstanden (I, II, III).
II
I
Aanwijzing
Fabrieksinstelling: Constant toerental,
Q/m³/ h
Karakteristiek III
Ontluchten
Warmtepompsysteem vakkundig vullen en ontluchten
Wanneer de pomp niet automatisch ontlucht:
Ontluchtingsfunctie met de bedieningstoets activeren, 3
seconden indrukken, dan loslaten.
Ontluchtingsfunctie start (duurt 10 minuten).
De bovenste en onderste led-rijen knipperen afwisse-
lend in secondeninterval.
Om af te breken, de bedieningstoets 3 seconden in-
3
sec
drukken.
Aanwijzing
Na het ontluchten toont de led-indicator
de voordien ingestelde waarden van de
10
pomp.
min
Regelingswijzen instellen
Regelingswijze se-
lecteren
De led-selectie van de regelingswijzen en van de bij-
behorende karakteristieken gebeurt met de wijzers van
de klok mee.
Bedieningstoets kort (ca. 1 seconde) indrukken.
Leds tonen de momenteel ingestelde regelingswijze en
karakteristiek (zie volgende tabel).
Bedie-
Led-indicator regelmodus
ningstoets
1x
Constant toerental
www.stiebel-eltron.com
Bedie-
Led-indicator regelmodus
ningstoets
2x
3x
4x
5x
6x
7x
8x
*9x
(*) Wanneer de negende keer op de toets wordt gedrukt, is de
basisinstelling (constant toerental, karakteristiek III) weer
bereikt.
14. Overdracht van het toestel
f Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit en leer
hem het gebruik ervan kennen.
f Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar.
f Overhandig hem deze handleiding.
15. Buitendienststelling
Materiële schade
!
Houd rekening met de temperatuurgrenzen en het mi-
nimale circulatievolume aan de warmteafgiftezijde (zie
hoofdstuk "Technische gegevens / Gegevenstabel").
Materiële schade
!
Tap bij volledig uitgeschakelde warmtepomp en in geval
van vorstgevaar de installatie af (zie hoofdstuk "Onder-
houd / Warmwaterboiler aftappen").
f Wanneer de installatie buiten werking wordt gesteld, zet de
warmtepompmanager dan op stand-by, zodat de veiligheids-
functies ter bescherming van de installatie (bijv. vorstbe-
Karakte-
scherming) actief blijven.
ristiek
II
Karakte-
ristiek
Constant toerental
I
Drukverschil variabel ∆p-v
III
Drukverschil variabel ∆p-v
II
Drukverschil variabel ∆p-v
I
Drukverschil constant ∆p-c
III
Drukverschil constant ∆p-c
II
Drukverschil constant ∆p-c
I
Constant toerental
III
HSBC 300 cool |
107