INSTALLATIe
Ingebruikname
12. Ingebruikname
Voor de ingebruikname kunt u een beroep doen op onze klanten-
service (tegen betaling).
Als u het toestel commercieel gebruikt, dient u voor de ingebruik-
name rekening te houden met de eventuele voorschriften van
de bedrijfsveiligheidsverordening. Meer informatie hieromtrent
vindt u bij de bevoegde toezichthoudende instantie (in Duitsland
is dat bijv. TÜV).
12.1 Controles voor ingebruikname van de
warmtepompmanager
Materiële schade
!
Bij vloerverwarmingen moet u rekening houden met de
maximale systeemtemperatuur.
f Controleer of de verwarmingsinstallatie met de juiste druk
gevuld is en de snelontluchter gesloten is.
f Controleer of de buitensensor op de juiste wijze geplaatst en
aangesloten is.
f Controleer of de aansluiting op het net op deskundige wijze
is uitgevoerd.
f Controleer of de signaalkabel naar de warmtepomp (BUS-ka-
bel) juist aangesloten is.
12.2 Ingebruikname van de warmtepompmanager
Voer de ingebruikname van de warmtepompmanager en alle in-
stellingen overeenkomstig de ingebruiknamehandleiding van de
warmtepompmanager uit.
Aanwijzing
De vereiste instellingen op de warmtepompmanager zijn
door een SD-kaart vooraf ingesteld.
f Wanneer de warmtepompmanager vervangen moet
worden, voert u de volgende instellingen uit.
Voorwaarde: De warmtepompmanager heeft de warmtepomp
herkend.
f Open het menu en voer de code in.
Parameters
WEERGAVE (INSTELLINGEN)
f Stel de parameters in.
Parameters
WARMWATERBEDRIJF (INSTELLINGEN/WARM WATER/
BASISINSTELLING)
WERKING (INGEBRUIKNAME/I/O CONFIGURATIE/UIT-
GANG X1.16)
POMP (INGEBRUIKNAME/I/O CONFIGURATIE/UITGANG
X1.16)
106
| HSBC 300 cool
Instelling bij eenfase-werking
f Stel de parameters in.
Parameters
AANTAL TRAPPEN (INSTELLINGEN/VERWARMEN/ELEK-
TRISCHE NAVERWARMING)
Instelling voor oppervlaktekoeling
!
f Neem voor de instellingen van de oppervlaktekoeling de
gegevens in de ingebruiknamehandleiding van de warmte-
pompmanager in acht.
13. Instellingen
13.1 Circulatiepompen Wilo-Para .../Sc
f Stel, afhankelijk van het verwarmingsverdeelsysteem, de be-
drijfsmodus van de pomp in.
Lichtindicatoren (leds)
Code
Bedieningstoets
1 0 0 0
Instelling
PARALLELLE WER-
KING
PWM 100 %...0 %
VERWARMING
LAADPOMPREGE-
LING
Aanwijzing
Bij de eenfasige aansluiting moet de warmtepompma-
nager voor de berekening van de warmtehoeveelheid als
volgt ingesteld worden.
Materiële schade
Condensatie door het niet bereiken van het dauwpunt
kan tot materiële schade leiden. Daarom is het toestel
uitsluitend toegelaten voor oppervlaktekoeling.
Meldingsindicator:
Led licht groen op in normaal bedrijf
Led licht op/knippert bij storing
Weergave van de geselecteerde regelingswijze
∆p-v, ∆p-c en constant toerental
Weergave van de geselecteerde karakteristiek (I, II, III)
binnen de regelingswijze
Weergavecombinaties van de leds tijdens de ontluch-
tingsfunctie, handmatige herstart en toetsvergrende-
ling
Drukken
Regelingswijze selecteren
Selectie van de karakteristiek (I, II, III) binnen de rege-
lingswijze
Lang drukken
Ontluchtingsfunctie activeren (3 seconden drukken)
Handmatig herstarten (5 seconden drukken)
Toetsen blokkeren/deblokkeren (8 seconden drukken)
www.stiebel-eltron.com
Instelling
2