12
Lijn de gleuven in het statische oppervlak
(72) uit met de axiale pinnen in de aandrijfring
(75) en druk het statische oppervlak (72)
vervolgens stevig helemaal naar binnen in de
boring van de afdichtingsbehuizing (71).
13
Laat schroefveren (87) in
schroefveeropeningen in de aandrijfring (78)
vallen.
14
Smeer de O-ring (92) licht in en monteer
deze op het draaivlak (77).
15
Plaats het draaivlak (77) voorzichtig op de
spiraalveren (87) terwijl u de pinsleuven met
de pinnen in de aandrijfring (78) uitlijnt. Zorg
ervoor dat alle spiraalveren stevig in alle
schroefveergaten zitten.
16
Spuit aceton of soortgelijk oplosmiddel op
een pluisvrije doek en veeg de
afdichtingsoppervlakken van het roterende
oppervlak (73)(77) en het statische vlakken
(72)(76) schoon.
N.B.
Spuit geen aceton rechtstreeks op de
afdichtingsoppervlakken.
17
Plaats de behuizingsmontage bovenop de
aandrijfring (78), passend op het statische
vlak (76) met het draaivlak (77).
18
Breng de montage omhoog en houd de
samengeperste montage vast, draai de
montage rond en schuif deze over de
hulsmontage die in het draaivlak (73) en het
statische vlak (72) past.
19
Druk de aandrijvingsring (78) naar beneden
terwijl u de borgring (79) in de groef in de
afdichtingsbehuizing (74) bevestigt.
200007996-1-NL
Onderhoud 6
NL
55