Inhoudsopgave
Advertenties
5.2 Ontwerp en installatie van het systeem
N.B.
Om een optimale werking te verzekeren is het belangrijk dat elke pompunit correct wordt geïnstalleerd.
Overweeg het volgende bij het ontwerpen van een pompsysteem.
Ontwerp:
•
Controleer of de beschikbare maximale aanzuighoogte (NPSH) van het systeem hoger is dan de door de
pomp benodigde NPSH. Dit is namelijk cruciaal voor een storingsvrije werking van de pomp en het voorko-
men van cavitatie.
•
Voorkom aanzuighoogten en verdeelleidingen/gemeenschappelijke aanzuigleidingen bij twee parallel wer-
kende pompen, aangezien dit kan leiden tot trillingen en cavitatie.
•
Bescherm de pomp tegen verstopping door harde voorwerpen zoals moeren, bouten, metaalslakken enz.
Bescherm de pomp ook tegen ongewilde activering bij gesloten klep door gebruik te maken van ontlast-
kleppen, drukschakelaars of stroombegrenzers.
•
Monteer meetpunten voor aanzuig- en afvoerdruk voor diagnosedoeleinden.
•
Monteer afsluiters als twee pompen moeten worden gebruikt op verdeelleidingen/gemeenschappelijke af-
voerleidingen.
•
Zorg voor het benodigde leidingplan als de afdichting moet worden gespoeld.
•
Houd rond de pomp minimaal 1 m vrij voor bereikbaarheid/onderhoud.
•
Stel pompen niet bloot aan plotselinge temperatuurschommelingen. Door de thermische schok kan de
pomp namelijk vastlopen.
Leidingen:
De pomp mag niet worden gebruikt om leidingen te ondersteunen. Alle inlaat- en uitlaatbuizen van de
pompunit moeten onafhankelijk worden ondersteund. Als deze instructies niet in acht worden
genomen, kunnen de pompkopcomponenten of de hele pomp vervormd raken en kan ernstige
permanente schade optreden.
Stromingsrichting:
De pomp is standaard gebouwd met een voorinlaat/bovenuitlaat (rechtsom draaiende as), maar kan
optioneel geleverd worden met een voorinlaat/bovenuitlaat (rechtsom draaiende as). De
stromingsrichting wordt in de fabriek aangegeven met pijlen die op de pomp zijn aangebracht.
Omgekeerde stroming ten opzichte van de pijl is gedurende korte perioden mogelijk door de rotatie
om te keren (d.w.z. linksom draaien van de as) als de druklimieten voor omgekeerde stroming in acht
worden genomen. Indien permanente stroming in omgekeerde richting vereist is, dan moeten er
wijzigingen aan de lagerconfiguratie en de oriëntering van de schroefbehuizing worden uitgevoerd om
een veilige werking te verzekeren, maar met beperkte maximale druklimieten. Als u dit niet doet, kan
dit leiden tot schade aan de pomp.
Zie
Technische gegevens
3205-0002
200007996-1-NL
op pagina 61 voor de druklimieten.
3205-0003
Installatie 5
NL
19
Advertenties
Inhoudsopgave
