Download Print deze pagina

Dräger PAS AirPack Gebruiksaanwijzingen pagina 2

Pneumatische unit

Advertenties

PAS
AirPack
®
Pneumatische unit
3.2.3
Hogedruk-fluitsignaal klinkt tijdens gebruik met autonome
luchttoevoer
Indien er een volle tweede/offline volledig gevulde cilinder is aangesloten
op de pneumatische unit, gaat u als volgt te werk:
a. Open het ventiel van de tweede/offline cilinder volledig.
b. Sluit het ventiel van de lege cilinder en open vervolgens de
cilinderontluchtingsklep.
c. Verwijder, indien een vervangingscilinder beschikbaar is,
onmiddellijk de lege cilinder (zie hoofdstuk 3.4.3) en monteer de
vervangingscilinder (volledig gevuld) (zie hoofdstuk 3.4.2).
Indien de tweede/offline cilinder leeg is of er geen tweede/offline
cilinder is aangesloten: dragers van ademluchttoestellen dienen te
werk te gaan conform de gebruiksaanwijzing van het ademluchttoestel
en de lokale procedures.
3.3
Na gebruik
WAARSCHUWING
!
Zet het ademluchttoestel pas af wanneer u in een veilige omgeving
bent.
1. Zodra u in een veilige omgeving bent, kan alle ademhalingsapparatuur
verwijderd worden.
2. Koppel de externe luchttoevoer los van de pneumatische unit en sluit
alle cilinderventielen volledig.
3. Bedien de handgreep van het ontlastventiel (afb. 1, item 5) om het
systeem geheel te ontluchten.
4. Koppel alle airline-systemen los van de pneumatische unit en monteer
alle beschermkapjes.
5. Ontkoppel zo nodig de luchtcilinders (zie hoofdstuk 3.4.3).
6. Voer na gebruik de onderhoudstaken in de onderhoudstabel uit (zie
hoofdstuk 5.1).
3.4
Taken voor gebruikers
3.4.1
Visuele inspectie
Controleer of de pneumatische unit schoon en onbeschadigd is en besteed
specifieke aandacht aan de pneumatische onderdelen, slangen en
koppelingen. Typische tekenen van beschadiging die de werking van de
pneumatische unit kunnen beïnvloeden zijn impactschade, slijtage,
snijschade,
corrosie
en
verkleuring.
servicepersoneel of Dräger en gebruik de pneumatische unit niet totdat het
is gerepareerd.
3.4.2
Luchtcilinders aansluiten
Sluit uitsluitend cilinders aan die volledig zijn gevuld, volledig
onderhoudbaar zijn en een geldige gebruiksdatum hebben. Gebruik
ademluchtcilinders van staal of composiet en van 200 bar of 300 bar met
compatibele connectoren (zie hoofdstuk 8). Wanneer meer dan een
cilinder wordt gebruikt, moeten de cilinders overeenkomen met de
aangegeven druk; combineer geen 200 bar en 300 bar cilinders.
1. Controleer dat de luchtcilinder(s) stevig worden vastgehouden.
2. Controleer de uitlaatpoort van de luchtcilinder en zorg ervoor dat de O-
ring (afb. 5, item 1) en het gesinterde filter (afb 5, item 2) in de
inlaatconnector schoon en onbeschadigd zijn.
3. Lijn de inlaatconnector (afb. 1, item 7) uit op de cilinder er zorg ervoor
dat de hogedrukslang een gelijkmatige curve heeft. Draai het handwiel
stevig vast. Gebruik geen gereedschap en draai niet te strak aan.
4. Sluit het ontluchtingsventiel (afb 4, item 3) (volledig met de klok mee
draaien).
3.4.3
Luchtcilinders loskoppelen
WAARSCHUWING
!
Het vrijkomen van lucht onder hoge druk kan letsel veroorzaken
aan de gebruiker of ander personeel in de buurt van het
ademluchttoestel. Sluit het cilinderventiel en ontlucht het hele
systeem voordat u probeert een luchtcilinder los te koppelen.
1. Sluit het cilinderventiel en open vervolgens het ontluchtingsventiel.
2. Koppel de hogedruk-inlaatconnector los van het cilinderventiel.
3.4.4
Een externe luchttoevoer aansluiten
VOORZICHTIG
!
De cilinderventielen moeten geheel gesloten blijven gedurende
gebruik met externe luchttoevoer. Indien de cilinderventielen zijn
geopend, wordt lucht uit de cilinders gebruikt.
Een compatibele externe luchtvoorziening bestaat uit een geregelde
middendruk-inlaat van ademlucht (zie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9).
1. Selecteer een geschikte luchttoevoer en adapterslang.
2. Controleer dat de toevoeruitlaat, de adapterslang en de zone van de
inlaatconnector schoon en onbeschadigd zijn.
3. Sluit de externe toevoer aan op de middendruk-inlaatconnector van de
pneumatische unit (afb. 5).
4. Controleer of de op de middendruk-meter aangegeven druk (afb. 1,
item 2) 6 tot 10 bar bedraagt. Corrigeer indien nodig de drukregelaar
van de externe toevoer (de nominale insteldruk is 8 bar). (Indien de
druk beneden 8 bar ligt, is een lage fluittoon of een sissend geluid van
de fluit hoorbaar zijdens gebruik. Dit is een normaal verschijnsel
tijdens het gebruik van de unit en tast de functionaliteit van het product
niet aan.)
3.4.5
Functietesten
WAARSCHUWING
!
Indien een ademtoestel niet voldoet aan de in de functietests
beschreven normen of parameters, of bij waarneembare acute
lekkage, is er sprake van een systeemstoring. Rapporteer het
defect aan getraind onderhoudspersoneel of aan Dräger. Gebruik
de ademuitrusting niet totdat de storing is verholpen.
1. Zorg ervoor dat de cilinderventielen en ontluchtingskleppen volledig
gesloten zijn.
2. Open het cilinderventiel volledig (open op een versie met twee
cilinders slechts één cilinderventiel).
3. Controleer de druk die aangegeven is op de manometers:
De hogedrukmeter moet minimaal 80% van de maximale
cilinderdruk aangeven.
De middendrukmeter moet 6 tot 10 bar aangeven.
4. Voor versies met twee cilinders, open het ontluchtingsventiel van de
tweede/offline cilinder volledig. Controleer of er geen lekkage
hoorbaar is en sluit daarna weer het ontluchtingsventiel.
5. Sluit het ventiel van de online cilinder volledig.
PAS
®
is een geregistreerd handelsmerk van Dräger
6. Wacht één minuut, controleer de hogedrukmeter en draai het
cilinderventiel weer open. De hogedrukmeter mag geen drukverhoging
van meer dan 10 bar tonen. Wanneer er een lekkage aanwezig is,
moet u deze onderzoeken en de lekkage herstellen voordat het
product wordt gebruikt (zie hoofdstuk 4). Gebruik zo nodig een
zeepoplossing om de lekkage te lokaliseren.
7. Sluit opnieuw het ventiel van de online cilinder volledig.
8. Trek aan de handgreep van het ontlastventiel (afb. 1, item 5) om de
lucht langzaam te laten ontsnappen en houd ondertussen de
hogedrukmeter in het oog. Het hogedruk-fluitsignaal moet starten
binnen het bereik van 60 tot 50 bar.
9. Laat de handgreep van het ontlastventiel onmiddellijk los zodra het
fluitsignaal start. Geef de fluit de tijd om de hogedrukzijde van het
reduceerventiel volledig te ontluchten.
10. Bedien opnieuw de handgreep van het ontlastventiel om de lucht
langzaam te laten ontsnappen en let ondertussen op de
hogedrukmeter. Het middendruk-fluitsignaal moet starten binnen het
bereik van 5 tot 4 bar.
Voor versies met twee cilinders zijn verdere tests vereist.
11. Herhaal stappen 2 tot 7 voor de andere cilinder.
12. Bedien de handgreep van het ontlastventiel om het systeem volledig
te ontluchten.
4
Probleemoplossing
Ontkoppel of vervang alle bijbehorende uitrustingen en test het toestel
opnieuw alvorens de probleemoplossingstabel te raadplegen.
Neemt contact op met het servicepersoneel of met Dräger wanneer de
reparatie-informatie een onderhoudstaak aangeeft, of wanneer de
problemen aanhouden nadat alle oplossingen zijn geprobeerd.
Symptoom
Luchtlekkage onder
hoge druk of
middendruk
Hoge of lage
middendruk
Meld
schade
aan
het
Fluitsignaal slecht
hoorbaar
Fluit werkt niet
goed
5
Onderhoud
5.1
Onderhoudstabel
Onderhoud en test de PAS AirPack pneumatische unit, inclusief de niet
gebruikte apparatuur, volgens onderstaande tabel. Leg alle onderhouds-
en testgegevens vast in het logboek voor apparatuur. Zie tevens de
onderhoudsinformatie voor alle bijbehorende ademapparatuur.
In het land van gebruik kunnen extra inspecties en tests nodig zijn, om te
voldoen aan nationale regelgeving.
Onderdeel/
systeem
Volledige
uitrusting
Hogedruk-
inlaatconnecto-
ren
Drukregelaar
Cilinder
Cilinderventiel
Aanwijzingen
Adviezen Dräger
1. Reinig de apparatuur wanneer deze vuil is. Indien de apparatuur aan
schadelijke stoffen is blootgesteld, dient u alle onderdelen die in direct
en langdurig contact komen met de huid te desinfecteren.
2. Deze onderhoudstaken mogen uitsluitend door Dräger of door getrainde
servicemedewerkers worden verricht. Details van de tests staan
uitsluitend in het technisch handboek, dat aan servicemedewerkers wordt
uitgereikt die een relevante onderhoudscursus bij Dräger hebben
gevolgd.
5.2
Luchtcilinders vullen
WAARSCHUWING
!
De ademluchtkwaliteit voor de ademluchtcilinder moet voldoen
aan de eisen van EN 12021.
Lees de instructies voor de cilinder en het vulapparaat voor het vullen
van een ademluchtcilinder.
Vul uitsluitend ademluchtcilinders die:
Voldoen aan de nationale wet- en regelgeving.
De testdatum en testmarkering van de oorspronkelijke fabrikant
dragen.
Storing
Oplossing
Losse/beschadigde
Sluit de connectoren
aansluiting of defecte
opnieuw aan of draai ze
afdichting
vaster en test opnieuw.
Lekkage op de
Onderhoudstaak
drukregelaar of de slang
Drukregelaar buiten
Onderhoudstaak
specificatie
Vuil
Schoonmaken en
opnieuw testen
Defect
Onderhoudstaak
activeringsmechanisme
Taak
Na
Elke
Elk
gebruik
maand
jaar
Visuele inspectie
(zie aanwijzing 1 en
hoofdstuk 3.4.1)
Functietest (zie
hoofdstuk 3.4.5)
Vervang de O-ring
en het gesinterde
filter (zie
aanwijzing 2)
Revisie. Neem
contact op met
Dräger voor de
Repair Exchange
(REX)-service
Vullen tot de
correcte druk (zie
hoofdstuk 5.2)
Controleer de
initiële, op de
cilinder ingestanste
testdatum
Cilinderdruktest en
Uitvoeren conform de nationale
hercertificering
voorschriften
Basisrevisie
Tijdens de cilinderdruktest of op
basis van toestand
Gebruiksaanwijzingen
De op de cilinder vermelde, door het laatste teststation
aangebrachte testdatum nog niet overschreden hebben.
Niet beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat het cilinderventiel gesloten blijft totdat het op de
vuleenheid is aangesloten, om binnendringen van vocht in de cilinder
te voorkomen.
Vul de cilinder tot de nominale werkdruk van de cilinder. Houd u aan
de maximale vulsnelheid van de gebruikte cilinder.
Om te ver vullen van de cilinder te voorkomen, adviseert Dräger een
vulcompressor met drukbegrenzer te gebruiken.
5.3
Reiniging en desinfectie
VOORZICHTIG
!
De PAS AirPack pneumatische unit niet onderdompelen in water of
een reinigingsoplossing en de PAS AirPack pneumatische unit niet in
een hete drooginrichting plaatsen.
Raadpleeg document 9100081 op www.draeger.com/IFU voor
meer informatie over de juiste reinigings- en desinfectiemiddelen
en bijbehorende specificaties.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing voor de ademautomaat, het
gezichtsmasker en overige bijbehorende apparatuur.
Gebruik alleen schone pluisvrije doeken
1. Reinig de PAS AirPack pneumatische unit handmatig met een doek
die is bevochtigd met een reinigingsoplossing en verwijder overtollig
vuil.
2. Breng de disinfectieoplossing aan op alle interne en externe
oppervlakken.
3. Spoel alle onderdelen grondig af met schoon water om alle reinigings-
en desinfectiemiddelen te verwijderen.
4. Droog alle onderdelen met een droge doek of aan de lucht.
5. Neem contact op met het servicepersoneel of met Dräger als
pneumatische onderdelen weer moeten worden gedemonteerd.
6
Opslag
Bewaar de apparatuur op een locatie waar de temperatuur tussen -15 °C
en +25 °C blijft. Zorg ervoor dat de omgeving droog en vrij van stof en vuil
is, en de apparatuur in de omgeving niet wordt blootgesteld aan slijtage of
schade. Sla de apparatuur niet op in direct zonlicht.
7
Afvoeren
Verwijder de pneumatische unit, indien noodzakelijk, in overeenstemming
met de lokale of nationale afvalverwijderingsvoorschriften.
8
Technische gegevens
Gebruikscondities
Temperatuur: -30 tot +60 °C.
Toepassingsgebied: geschikt voor binnen- en buitengebruik.
Hogedruk
Inlaatconnector: 200 bar of 300 bar, standaard G5/8" connector
conform EN 144-2.
Inlaat: 200 bar of 300 bar ademluchtcilinder.
Elke
Middendruk
zes
Inlaat- en uitlaatconnectoren: Dräger-snelconnectoren (compatibel
jaar
met CEJN 344 en Rectus 95KS-serie).
Inlaat en uitlaat: 6 tot 10 bar (8 bar nominaal) ademlucht bij een
flowsnelheid van > 600 liter/min. Belangrijke aanwijzing:10 bar mag
niet worden overschreden.
Fluitwerking
Hogedruk-fluitsignaal start in het bereik: 60 tot 50 bar.
Middendruk-fluitsignaal start in het bereik: 5 tot 4 bar.
Fluitsignaal stopt in het bereik: 1,75 tot 0 bar.
Volume fluittoon: > 90 dBA.
9
Compatibele airline-systemen en
configuraties
Apparatuur ademluchtvoorziening
Dräger-apparatuur voor toevoer, regeling en bewaking
Externe middendruktoevoer, zoals
een ringlijn (zie hoofdstuk 8 voor
specificaties en connectortype)
Hogedrukcilinders (zie hoofdstuk 8
voor de specificaties en
connectortype)
Dräger PAS AirPack pneumatische
unit (versie met twee cilinders)
Dräger PAS AirPack pneumatische
unit (versie met één cilinder)
3365365 (A3-D-P) Pagina 2 van 3

Advertenties

loading