5.2. Instellen van het EV Charging Station
Stel, na de eerste installatie, het EV Charging Station naar wens in. Maak, om dit te doen, verbinding met de web-interface en
klik op het instellingen-tabblad voor verdere instellingsopties. De opties voor de hoofdpagina worden uitgelegd in
hoofdpagina
[19].
Er verschijnen vijf sub-tabs:
1.
Netwerken-tabblad: raadpleeg het hoofdstuk rond
2.
Algemeen tabblad: biedt instellingenopties voor de lader, GX-apparaatcommunicatie, weergave, tijdzone en apparaatnaam.
a.
Lader: lader-gerelateerde instellingen.
i.
Positie EV lader Selecteer waar het EVCS in het systeem gepositioneerd is. Voorbeelden:
1.
Zit het EV Charging Station op de uitgang van een omvormer, als een van de AC uitgangsbronnen van
netstroom, selecteer dan Omvormer AC uit.
2.
Selecteer, als er verbonden is met het net en het EVCS is gepositioneerd op de AC-invoer van het net vóór de
omvormer, omvormer AC.
ii.
Autostart EV Charging Station:Als deze optie ingeschakeld is, probeert het EVCS automatisch te starten met
laden nadat het voertuig verbonden is.
iii.
Magneetschakelaar actief als geladen: houdt de magneetschakelaar gesloten na het laden. Bijvoorbeeld, als er
een airconditioner in het voertuig actief is, dan wordt de airconditioner gevoed door wisselstroom en niet door de
auto-accu.
iv.
Maximale laadstroom: 10 - 32 A
v.
Minimale laadstroom: Van 6 A tot 1 A onder max. waarde. Voorbeeld: Een Renault Zoe minstens 10 A.
vi. CP lijnkalibratie procedure: Als het voertuig niet gevonden wordt of als het voertuig volledig geladen is en de
EVCS-schakelaar opent/sluit, moet de kalibratie uitgevoerd worden.
vii. Kalibratie voeding (0,6 - 1,4):Als het weergegeven vermogen niet juist is, kan een maximale correctiefactor van
+/-40 % toegepast worden.
viii. Actuele voeding (kW): geeft het huidige vermogen weer waarmee de EV geladen wordt.
b.
GX-apparaat: het EV Charging Station NS kan gebruikt worden:
i.
Als een zelfstandig apparaat in handmatige of geplande modus. Let op dat Auto-modus een GX-apparaat vereist en
communicatie tussen het GX-apparaat en EVCS moet ingeschakeld zijn.
ii.
Als onderdeel van een groter Victron Energy-systeem. Bij het instellen van communicatie van het GX-apparaat moet
Modbus TCP in het GX-apparaat ingeschakeld worden (raadpleeg het hoofdstuk
communicatie met het EVCS in te schakelen.
Om fouten te vermijden, is de makkelijkste manier om de koppeling tussen het EVCS en het GX-apparaat
automatisch te laten uitvoeren. Met de Zoeken-functie kan het EVCS automatisch het IP-adres detecteren via
het VRM-portaal-ID.
A.
Communicatie: communicatie in- of uitschakelen met een GX-apparaat.
B.
IP-adres GX: het IP-adres van je GX-apparaat. Dit wordt automatisch ingevuld als de zoeken-functie gebruikt
wordt om het EVCS te koppelen aan het GX-apparaat.
C. VRM-portaal-ID: Het VRM-portaal-ID van het GX-apparaat. Dit wordt automatisch ingevuld als de zoeken-
functie gebruikt wordt om het EVCS te koppelen aan het GX-apparaat.
D. Zoeken: Klik op de Zoeken-knop om te zoeken naar het GX-apparaat. Selecteer het GX-apparaat in de lijst die
getoond wordt; het IP-adres van GX en VRM-portaal-ID wordt dan automatisch ingevoerd.
E.
Controleer: Druk op deze knop om communicatie met het GX-apparaat te controleren. Bovenaan de pagina
wordt het resultaat weergegeven.
F.
Start met opladen op backup-accu laadtoestand(%): De minimale backup-accu laadtoestand, vereist om te
starten met laden in Auto-modus.
G. Stop met opladen op backup-accu laadtoestand, als netspanning niet-aangesloten (%): Stopt met laden
als de backup-accu laadtoestand onder deze waarde valt en er geen netspanning is.
H. Laat accu/netvermogen toe voor auto-modus:Als ingeschakeld dan blijft auto-modus laden met minimale
stroom als er onvoldoende extra PV-vermogen is. Vermogen wordt geleverd van het net of de accu. Deze
functie is nuttig om het aantal cycli voor inschakelen/uitschakelen auto-laden te verminderen bij het laden in
auto-modus.
Pagina 16
Handleiding - EV Charging Station NS
Netwerken-menu
[20].
het hoofdstuk
Modbus TCP-activatie
[22]) om
Setup