5.3
BEDIENERWAARSCHUWINGEN _____________________________________________
De elektronische regelaar houdt vitale machinesystemen
in de gaten. Het bedient zich van een hoorbaar alarm en
waarschuwingslampjes om de bediener te attenderen op
de condities die onmiddellijke actie vereisen. Wanneer
een waarschuwing optreedt, volg dan de algemene
richtlijnen opgenomen in het schema hieronder en elke
specifieke actie op, uiteengezet door de hoofdopzichter
of onderhoudsmanager.
Om het alarmsysteem te testen:
Moet u de contactschakelaar naar GEACTIVEERD
draaien. Alle lampen gaan een seconde of meer aan en
het alarm klinkt kort.
Dit systeem controleert:
1.
het accuvoltage
2.
de motoroliedruk
3.
de temperatuur van de koelvloeistof in de motor
Alarm
1. Accuvoltage – waarschuwings-
lampje gaat aan.
2. Motoroliedruk – alarm klinkt en
oliedruklampje gaat aan. De
oliedruk is te laag.
3. Temperatuur van motorkoelv-
loeistof – alarm klinkt. De
temperatuur van de koelvloeistof in
de motor is te hoog. (alleen voor
dieseleenheden)
Rijd de eenheid zo snel mogelijk naar een onderhoudsruimte terug.
Controleer de accu en het accuoplaadcircuit.
Stop de eenheid onmiddellijk, laat de werktuigen zakken en schakel de
motor uit! Inspecteer het oliepeil in de motor. Als het olielampje aanblijft
wanneer er voldoende olie is, schakel dan de motor uit en sleep of transporteer
de eenheid naar een onderhoudsruimte. NOOIT de motor bedienen als het
olielampje aanstaat, er kan ernstige schade aan de motor optreden.
Stop de eenheid onmiddellijk, laat de werktuigen zakken en schakel de
motor uit! Verwijder grof vuil zoals bladeren en graspollen, die de luchtstroom
door het achterscherm van de motorkap en het gebied tussen de radiator en de
oliekoeler kunnen blokkeren. Als de motor te warm blijft worden, moet u de
eenheid naar een onderhoudsruimte rijden.
VOORZICHTIG: Koelvloeistof in de motor staat onder druk. Schakel de
!
motor uit en laat de vloeistof afkoelen voordat u het vloeistofpeil controleert
of koelvloeistof aan de radiator toevoegt.
REGELINGEN
1
3
Actie
5
2
Afb. 5A
NL-11