ONTLUCHTING
OPMERKING
Draai bij het openen van de klepstelen de zeskantsleutel totdat deze tegen de stop
aankomt. Probeer de afsluiter niet te forceren om hem verder open te draaien.
Voorbereidingen en voorzorgsmaatregelen
Lucht en vreemde stoffen in het koelmiddelcircuit
kunnen abnormale drukstijgingen veroorzaken, waar-
door de airconditioner beschadigd kan raken, minder
efficiënt kan werken en u letsel kunt oplopen. Gebruik
een vacuümpomp en manometer om het koelmiddel-
circuit luchtledig te maken, waarbij alle niet-conden-
seerbare gassen en vocht uit het systeem worden
verwijderd. Ontluchting moet worden uitgevoerd bij
de eerste installatie en wanneer het apparaat wordt
verplaatst.
VOORDAT U DE ONTLUCHTING UITVOERT
Controleer of de verbindingsleidingen
tussen de binnen- en buitenunits goed
zijn aangesloten.
Controleer of alle bedrading goed is
aangesloten.
Ontluchtingsinstructies
1.
Sluit de vulslang van de manometer aan op de
servicepoort van de lagedrukklep van de buitenunit.
2. Sluit een andere vulslang aan vanaf de manometer
van het spruitstuk naar de vacuümpomp.
3. Open de lagedrukzijde van de manometer. Houd
de hogedrukzijde gesloten.
4. Zet de vacuümpomp aan om het systeem te
ontluchten.
5. Laat het vacuüm minstens 15 minuten draaien of
totdat de volumemeter -76 cmHG (-105Pa)
aangeeft.
Buitenunit
Volumemeter
Lagedrukklep
Drukslang
of Vulslang
Lagedrukklep
Manometer
-76cmHg
Manometer
Hogedrukklep
Vulslang
6. Sluit de lagedrukzijde van de manometer en
schakel de vacuümpomp uit.
7. Wacht 5 minuten en controleer dan of er geen
verandering in de systeemdruk is opgetreden.
8. Als de druk in het systeem verandert, raadpleeg
dan het gedeelte Gaslekcontrole voor informatie
over het controleren op lekken. Als er geen
verandering in de systeemdruk optreedt, draai
dan de dop van afsluiter (hogedrukklep) los.
9. 9. Steek de zeskantsleutel in de afsluiter (hoge-
drukklep) en open de afsluiter door de sleutel 1/4
linksom te draaien. Luister of er gas uit het
systeem komt en sluit de afsluiter na 5 seconden.
10. Houd de manometer één minuut in de gaten om
er zeker van te zijn dat de druk niet verandert.
De manometer moet iets meer dan de atmosferi-
sche druk aangeven.
11. Verwijder de vulslang uit de servicepoort.
Hoofddeel afsluiter
12. Open met een zeskantsleutel zowel de hoge-
druk- als lagedrukklep volledig.
13. Draai de doppen van alle drie afsluiters (service-
poort, hoge druk, lage druk) met de hand vast.
Indien nodig kunt u hem verder aandraaien met
een momentsleutel.
Vacuüm-
pomp
38
Felsmoer
Kap
Klepsteel