AANSLUITING KOELMIDDELLEIDINGEN
Laat bij het aansluiten van koelmiddelleidingen GEEN andere stoffen of gassen dan het gespecificeerde
koelmiddel in het apparaat terechtkomen. De aanwezigheid van andere gassen of stoffen verlaagt het
vermogen van de unit en kan een abnormaal hoge druk in de koelcyclus veroorzaken. Dit kan een
explosie en letsel veroorzaken.
Opmerkingen over leidinglengte en elevatie
De maximale lengte en valhoogte gebaseerd op modellen (Eenheid: m/ft)
Type model
Vermogen (Btu/h)
Noord-Amerika,
Australië en de
EU frequentie-
conversie
splittype
Ander Split-type
Zorg ervoor dat de lengte van de koelmiddelleiding, het aantal bochten en de valhoogte tussen de
binnen- en buitenunits voldoen aan de vereisten die in de tabel hiernaast worden weergegeven:
ATTENTIE
Olievangers
Als er olie terugstroomt in de com-
pressor van de buitenunit, kan dit
leiden tot vloeistofcompressie of
verslechtering. Olievangers in de
stijgende gasleidingen kunnen dit
voorkomen. Er moet een olievanger
worden geïnstalleerd om de 6 m
van de verticale aanzuigleiding
(<36000BTU/u unit). Er moet een
olievanger worden geïnstalleerd om
de 10 m van de verticale aanzuiglei-
ding (≥36000BTU/u unit).
<15K
≥15K-<24K
≥24K-<36K
≥36K-<60K
12K
18K-24K
30K-36K
42K-60K
Lengte van de buizen
25/82
30/98.4
50/164
75/246
15/49
25/82
30/98.4
50/164
Gasleidingen
Olievanger
Binnenunit/
Buitenunit
29
Maximale valhoogte
10/32.8
20/65.6
25/82
30/98.4
8/26
15/49
20/65.6
30/98.4
Binnenunit/
Buitenunit
6m/20ft
(<36000Btu/h unit)
10m/32.8ft
Vloeistof-
(≥36000Btu/h unit)
leidingen
6m/20ft
(<36000Btu/h unit)
10m/32.8ft
(≥36000Btu/h unit)