Voor optimale prestaties van de persoonsdetectie moeten bepaalde randvoorwaarden in acht worden
genomen tijdens de installatie en voor het gezichtsveld van de camera:
1. De installatiehoogte van de camera moet tussen 2 en 3 meter bedragen.
2. De objecthoogte in het beeldgedeelte moet tussen 1/16 en 1/2 van de beeldhoogte liggen.
Als objecten in het beeld te groot of te klein worden weergegeven, worden ze mogelijk niet goed
herkend.
3. Let op de verticale kijkhoek van de camera, want hierdoor kunnen mensen, bijvoorbeeld direct
onder de camera, niet worden vastgelegd. Mensen die in het livebeeld alleen van bovenaf te zien
zijn, worden mogelijk ook niet als persoon herkend.
4. Reflecterende oppervlakken in het beeldgedeelte kunnen de herkenning van mensen verstoren.
5. Zorg ervoor dat er geen takken of bladeren in het close-up-bereik van de camera in beeld zijn.
6. Als u niet wilt dat de camera wordt geactiveerd, wanneer u aanwezig bent, stel dan de juiste
tijdschema's in.
8. Lokale gebruikersinterface
8.1.
Bediening en live-weergave
De monitor kan met touch-invoer worden bediend.
Quad-weergave:
Dubbelklik op een kanaal in de viervoudigeweergave om dat op het volledige scherm weer te laten
geven.
Dubbelklik nogmaals op het volledige scherm om terug te schakelen naar de viervoudige weergave.
Gebruik de menubalk voor verdere bediening en instellingen.
Nederlands