Inbedrijfstelling
6.2
Eerste inbedrijfstelling
OPMERKING
Materiële schade door verkeerde bediening!
▶ Instrueer klanten of gebruikers in de bediening van het cv-toestel.
▶ Controleer voor de eerste inbedrijfname of het cv-installatie met
water is gevuld en ontlucht.
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Schakel de zekering en hoofdschakelaar in en stel de ingestelde
temperatuur in op het cv-toestel en de kamerthermostaat of
programmeer de voorraadtank.
▶ Selecteer de gewenste besturingsmodus afhankelijk van de vereisten
en het cv-installatie (parameter PA03).
▶ Controleer de sturing van het cv-toestel door middel van een regeling
van de warmtedistributie (contact energieleverancier).
6.2.1
Controle en ontgrendeling van
de veiligheidstemperatuurbegrenzer
Bij overschrijding van de temperatuur van 95°C aan de aanvoer
blokkeert de veiligheidstemperatuurbegrenzer het cv-bedrijf
( afbeelding 1, bladzijde 7, [6]). Tegelijk wordt de hoofdschakelaar
uitgeschakeld. Deze toestand wordt op het display door het
storingssymbool Er02 getoond. Na de blokkering kan het gebruik pas
worden hervat nadat de storing is verholpen, het water in het cv-toestel
is afgekoeld tot ongeveer 70°C, de veiligheidstemperatuurbegrenzer is
ontgrendeld en de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer schakelt ook in de volgende
situaties in:
• bij oververhitting van het cv-toestel
• bij een gebrekkige warmteafgifte.
Als er onvoldoende water in het systeem aanwezig is (onvoldoende
bedrijfsdruk), blokkeert de waterdrukschakelaar het cv-bedrijf.
Deze toestand wordt op het display door het storingssymbool Er02
getoond. Na de blokkering kan het cv-bedrijf worden hervat door water
in de cv-installatie bij te vullen tot een bedrijfsdruk van ca. 1 bar.
6.3
Inbedrijfnameprotocol
Inbedrijfstellingswerkzaamheden
1.
Keteltype
2.
Serienr.
3.
Instelling van de temperatuurregeling
4.
Vulling en ontluchten van de cv-installatie en lektest van de aansluitingen 14
5.
De bedrijfsdruk tot stand brengen
• Instelling van de voordruk van het expansievat
6.
Beveiliging gecontroleerd
7.
Elektrische aansluiting volgens de plaatselijke voorschriften
8.
Uitvoering van de werkingscontrole
9.
Controleer de waterhardheid.
10.
Instructie van de installateur, overhandiging van de technische
documentatie
11.
Bevestiging van de vakkundige inbedrijfname
Tabel 7 Inbedrijfnameprotocol
28
De aanbevolen watertemperatuur bedraagt 40 °C. Het bijvullen met te
koud water kan tot beschadiging van de verwarmingselementen leiden.
De manometer bevindt zich aan de onderkant van het cv-toestel
( afbeelding 1, bladzijde 7[8]).
Als de maximale snelheid van de temperatuurstijging in het cv-toestel
wordt overschreden, schakelt de elektronica het cv-bedrijf uit.
Wanneer de temperatuurstijging zich stabiliseert (onder parameter
SE15), probeert de elektronica het cv-toestel opnieuw te starten.
Na 5 mislukte startpogingen blokkeert de elektronica het cv-bedrijf.
Deze toestand wordt op het display door het storingssymbool Er00
getoond. Het wordt veroorzaakt door een laag waterdebiet door het
ketellichaam. Het is mogelijk om het cv-bedrijf te herstellen nadat de
storing is verholpen en de elektronica is gereset (druk op de toetsen
/ en
gedurende ca. 10 s of schakel het cv-toestel in en uit).
Controle van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
▶ Breng het cv-toestel op maximumtemperatuur.
▶ De veiligheidstemperatuurbegrenzer schakelt uit en onderbreekt
de energietoevoer.
Om de veiligheidstemperatuurbegrenzer weer te ontgrendelen, moet
u te werk gaan zoals hierboven beschreven.
6.2.2
Controle van de thermostaat van het cv-toestel
De temperatuursensor moet tijdens de inbedrijfname worden
gecontroleerd. Deze controle wordt uitgevoerd door middel van een
verwarmingstest. De ketelthermostaat moet bij de ingestelde
watertemperatuur uitschakelen en het cv-toestel weer inschakelen als
de keteltemperatuur met de ingestelde hysteresis daalt (par. SE04).
Voor deze test moet rekening worden gehouden met de thermische
traagheid. Het is daarom raadzaam om de ketelthermostaat op een
lagere temperatuur in te stellen (bijv. 40 °C).
6.2.3
Controleer het overstortventiel
▶ Opbouw van een druk van 3 tot 3,25 bar in het verwarmingssysteem
door het toevoegen van water.
▶ Het overstortventiel moet beginnen met het aftappen van cv-water bij
deze druk.
Pagina
Meetwaarden
5
9
________ bar
________ bar
28
6
28
14
Firmastempel, handtekening, datum
Tronic Heat 3500 – 6721825535 (2023/06)
Opmerkingen