Memosens CLS82D
4
Installatie
4.1
Montagevoorwaarden
‣
Voor de installatie:
Verwijder de zwarte beschermkap van het sensorelement.
Symmetrische installatie wordt geadviseerd om lineariteit te garanderen. De afstand tot de
zijwanden en tegenoverliggende wand moet tenminste 15 mm zijn.
1
Minimale afstand tussen pijp en einde van de meetcel
1
Sensor
2
Buis
3
Doorstroomrichting
In beperkte installatie-omstandigheden, beïnvloeden de wanden de ionenstroom in de
vloeistof. Dit effect wordt opgevangen door wat genoemd wordt de installatiefactor. De
installatiefactor kan worden ingevoerd in de meetversterker van het meetsysteem of de
celconstante wordt gecorrigeerd door deze te vermenigvuldigen met de installatiefactor.
De waarde van de installatiefactor hangt af van de diameter en de geleidbaarheid van de
leidingaansluiting en van de afstand tussen de sensor en de wand. De installatiefactor (f =
1,00) kan worden genegeerd wanneer de afstand tot de wand voldoende groot is (a > 15
mm). Indien de afstand tot de wand kleiner is, wordt de installatiefactor hoger voor elektrisch
geïsoleerde leidingen (f > 1) en lager voor elektrische geleidende leidingen (f < 1). De
installatiefactor kan worden bepaald met behulp van de kalibratie-oplossingen.
‣
Waarborg dat de elektrodes volledig zijn ondergedompeld in het medium tijdens de
meting. In het ideale geval, moet het medium vanaf de voorkant naar de meetcel stromen.
Een andere installatiepositie kan luchtophopingen tot gevolg hebben of de afzetting
van vaste verontreinigingen.
Endress+Hauser
3
2
1
Installatie
A0024621
11