Zie ook het gebruikshandboek MobilePower 1.
Controleer voor het inschakelen of de elek-
trodehouder of de elektrode de lastafel, het
werkstuk of een ander elektrisch geleidend
voorwerp niet raakt, zodat u bij het inschake-
len niet onbedoeld een vlamboog ontsteekt.
Een onbedoeld ontstoken vlamboog kan de
elektrodehouder, de lastafel, het werkstuk of
het apparaat beschadigen.
14.2 Lasprocedure elektrode
Installatie inschakelen
 Zet ev. de installatie aan, druk hiervoor gedurende 2
sec. op druktoets 17.
 Druk zo vaak op toets 16 tot de gewenste modus Elek-
trode is geselecteerd.
9 Het symbool Elektrode MMA of CEL (LED 13 of 14)
brandt.
 Stel met draaiknop 12 de gewenste lasstroom in.
Vlamboog ontsteken
 Raak het werkstuk even aan op de plaats die moet
worden gelast, en hef de elektrode enigszins op.
9 De vlamboog brandt tussen het werkstuk en de elek-
trode.
Hotstart
In de lasmodus Elektrode wordt voor het ontsteken
gedurende 1 seconde een hotstart van 125% van de
ingestelde lasstroom gebruikt. De hotstart is evenals
de lasstroom tot maximaal 150 A begrensd.
Richtwaarden voor stroomsterkte
ElektrodeØ
[mm]
1,5
2,0
2,5
3,2
4,0
- 46 -
Geadviseerde stroom-
sterkte [A]
20...40
35...60
45...100
75...140
130...190
14.3 Lasprocedure TIG
Installatie inschakelen
 Zet ev. de installatie aan, druk hiervoor gedurende 2
sec. op druktoets 17.
 Druk zo vaak op toets 16 tot de gewenste modus TIG
is geselecteerd.
9 Het symbool TIG (LED 15) wordt verlicht.
 Stel met draaiknop 12 de gewenste lasstroom in.
Vlamboog ontsteken
 Open ventiel 56 op de TIG-toorts met ventiel.
 Raak het werkstuk op de plaats die moet worden
gelast even aan met het elektrode-uiteinde.
 Til de elektrode iets op.
9 De vlamboog brandt tussen het werkstuk en de elek-
trode.
Stroomsteilheid/up-slope
In de TIG-lasprocedure wordt voor het ontsteken een
kortsluitstroom van 60 A gebruikt. De up-slope ge-
schiedt met 115 A/sec tot aan de ingestelde lasstroom.
Richtwaarden voor stroomsterkte en hoe-
veelheid gas
Wolfraam
elektroden Ø
[mm]
1,0
1,6
2,4
909.2049.9-00
Inbedrijfstelling
VIII
Hoeveelheid
Stroomsterkte
[A]
15...80
4
70...150
5...6
150...250
6...7
gas
[l/min]
01.14