BIJLAGE
Programmering vooringestelde tarrawaarden(vervolg)
6
Het meest rechtse cijfer zal knipperen. Verwijs voor het toevoegen (of
updaten) van de waarde naar "Functies toets configuratiemodus".
OPMERKING: De weegeenheden moeten overeenkomen met de
eenheden van de indicator. Verwijs voor de eenheden van Parameter
F8 naar de Servicehandleiding onderdeelnummer 6910417.
7
Druk na de toevoeging (of het updaten) van de waarde op de
toets "NETTO/BRUTO" om te aanvaarden.
Waarde
verhogen
8
Ga verder naar de volgende tarrawaarde door de stappen van
5 tot 7 te herhalen.
9
Druk, na de toevoeging (of het updaten of bekijken) van alle
waarden driemaal op de toets "EENHEDEN".
10
De indicator toont "off" en wordt dan uitgeschakeld. De
indicator is nu klaar voor gebruik.
8305557-R2 NL
Functies toets Configuratiemodus
Waarde
Waarde
Naar het
verlagen
aanvaarden
volgende
cijfer, links
Het geselecteerde cijfer knippert
Naar het
volgende
cijfer, rechts
8
Herhaal de stappen
5-7 voor elke
vooringestelde
tarra
9
3X
6
,
Gebruik de toetsen "ON/
PRINT" (volgende) of
"TARRA" (vorige) om te
bladeren
Herhalen
Voltooid
10
FK0775.eps
7
33