een stroomopname van ≤ 2 mA heeft, is het
vermogen van de FCU (max. 0,5 A, cos φ = 1)
voldoende, om ze direct aan te sturen.
➔ Indien er meer uitgangsstroom nodig is, kan via
een contactverveelvoudiging door twee veilig-
heidsschakelaars de uitgangsstroom verhoogd
worden. De schakeling als volgt bemeten:
58
57
56
55
54
53
52
51
50
49
FCU 500
48
➔ BCU met stroomvoorziening voor
kleppen en ontstekingstransforma-
tor via voorwaardencircuit (klem 5)
F1
PE
5
6
≤ 2.5 A
L1
➔ Indien er meer uitgangsstroom nodig is, kan via
een contactverveelvoudiging door drie veilig-
heidsschakelaars de uitgangsstroom verhoogd
L1 N
K2
K1
k1
k2
68
k1
k2
N
N
7 8
9 10
11
12 13 14 15
Z
I
V1
worden. De schakeling als volgt bemeten:
17
16
15
14
13
12
11
FCU 500
N
16
max. 2 A
253 V
V2
NL-5
P
Input
BCU
Terminal 22
K3
K2
57
k3
K1
56
55
54
53
Input
BCU
Terminal 5
52
k1
k2
51
50
49
k1
k2
k3
68
L1 N