6 BedRaden
➔ Fase L1 en nul N niet onderling verwisselen.
➔ Op de ingangen niet de verschillende fasen van
een draaistroomnet aansluiten.
➔ Op de uitgangen geen spanning aansluiten.
➔ Een kortsluiting aan de uitgangen stelt een van
de uitwisselbare zekeringen in werking.
➔ Ingangen op klemmen 1 tot 4 en 44 alleen met
24 V= bedraden.
➔ 24 V= spanningsvoorziening: + op klem 62, - op
klem 61.
➔ 24 V= uitgangen op klemmen 41 en 42 niet met
netspanning bedraden.
➔ Afstandsontgrendeling niet cyclisch automatisch
aansturen.
➔ De veiligheidsstroomcircuit-ingangen alleen via
contacten (relaiscontacten) bedraden.
➔ Het apparaat beschikt over een uitgang voor de
ventilatoraansturing (klem 58). Dit enkelpolige
contact kan met maximaal 3 A worden belast.
De maximale aanloopstroom van de ventilator-
motor mag een waarde van max. 6 A, beperkt
tot 1 s, niet overschrijden – zo nodig een externe
veiligheidsschakelaar inbouwen.
➔ De begrenzers in het voorwaardencircuit (verbin-
ding van alle voor het gebruik relevante en voor
de veiligheid belangrijke besturings- en schake-
linrichtingen, bijv. veiligheidstemperatuurbegren-
zer) moeten klem 46 spanningsvrij schakelen. Als
het voorwaardencircuit onderbroken is, knippert
op het display 50 als waarschuwingsmelding en
alle stuuruitgangen van de FCU zijn spanningsvrij
geschakeld.
➔ Aangesloten aandrijvingen met beschermende
bedrading overeenkomstig de opgave van de
fabrikant uitvoeren. De beschermende bedrading
voorkomt hoge spanningspieken die een storing
van de FCU veroorzaken kunnen.
➔ Functies op klemmen 51, 65, 66, 67 en 68 zijn
afhankelijk van parameterwaarden:
Klem
afhankelijk van parameter
51
65
66
67
68
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Voor het bedraden van de FCU ervoor zorgen,
dat de gele parameter-chip-card zich in de FCU
bevindt.
➔ Voor de FCU zijn schroefklemmen of veerkracht-
klemmen leverbaar:
schroefklem, bestelnr.: 74923998,
veerkrachtklem, bestelnr.: 74924000.
3 Bedraden volgens het aansluitschema – zie
pagina 6 (7 Aansluitschema).
69
70
71
72
73
NL-4
➔ Goede aardleiding op de branderbesturingen en
op de branders aansluiten.
➔ Ervoor zorgen dat er een zuivere sinusvormi-
ge spanning op de FCU wordt gegeven om
netspanningsfouten door onregelmatigheden in
de netspanning te vermijden.
FCu..h1
➔ Alleen dubbele thermo-elementen klasse 1,
type K NiCr-Ni, type N NiCrSi-NiSi of type S
Pt10Rh-Pt gebruiken.
Thermo-element
Type K NiCr-Ni
Type N NiCrSi-NiSi
Type S Pt10Rh-Pt
➔ Parameter 22 = 1: type K dubbel thermo-ele-
ment NiCr-Ni
➔ Parameter 22 = 2: type N dubbel thermo-ele-
ment NiCrSi-NiSi
➔ Parameter 22 = 3: type S dubbel thermo-ele-
ment Pt10Rh-Pt
➔ VTW:
Parameter 20 = 1: hoogtemperatuurbedrijf met
VTW. Dubbel thermo-element zo aan de koudste
zijde in de oven positioneren, dat het zeker een
overschrijding van de zelfontbrandingstempera-
tuur (> 750°C) vaststellen kan.
➔ VTB:
Parameter 20 = 2: maximumtemperatuurbewa-
king van VTB. Dubbel thermo-element zo aan
de warmste zijde in de oven positioneren, dat
het zeker een overschrijding van de maximaal
toelaatbare temperatuur vaststellen kan.
➔ VTB en VTW:
Parameter 20 = 3: hoogtemperatuurbedrijf met
VTW en maximumtemperatuurbewaking met
VTB. Dubbel thermo-element zo in de oven
positioneren, dat het zeker een overschrijding
van de zelfontbrandingstemperatuur (> 750°C)
en tevens een overschrijden van de maximaal
toelaatbare oventemperatuur vaststellen kan.
FCu..C1
➔ Parameter 51 = 1: lektest voor opstarten oven.
➔ Parameter 51 = 2: aan, lektest na uitschakeling
oven, na een storingsvergrendeling of na Net
Aan.
➔ Parameter 51 = 3: aan, lektest voor opstarten
oven en na uitschakeling oven.
➔ Parameter 51 = 4: continu via proof-of-closure-
functie (POC).
uitgang voorwaardencircuit bij hogere stroom-
opname
➔ Via de uitgang voorwaardencircuit (klem 57)
wordt de aangesloten branderbesturingen of
branderautomaten de veiligheidstechnische
vrijgave voor de branderstart verstrekt.
➔ Voor branderbesturingen of branderautoma-
ten, waarvan de voorwaardencircuit-ingang
Temperatuurbereik (°C)
-40 tot 1000
-40 tot 1000
0 tot 1600