? het display knippert en toont 38?
! Signaalonderbreking aan de ingang "Terugmel-
ding ventilator" (klem 44).
• De aansturing van klem 44 controleren.
• De instelling van parameter 31 controleren.
? het display knippert en toont 40?
! Gasmagneetklep V1 is lek.
• Gasmagneetklep V1 controleren.
! De gasdrukschakelaar DGp
verkeerd ingesteld.
• Inlaatdruk controleren.
• DGp
/2 op correcte inlaatdruk instellen.
u
• Bedrading controleren.
! De testdruk tussen V1 en V2 wordt niet vermin-
derd.
• Installatie controleren.
! De controleduur is te lang.
• Parameter 56 (meettijd V
met BCSoft veranderen.
• Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? het display knippert en toont 41?
! De gasmagneetklep aan de uitgang V2 of V3 is
lek.
• Gasmagneetklep V2/V3 controleren.
! De gasdrukschakelaar DGp
lektest is verkeerd ingesteld.
• Inlaatdruk controleren.
• DGp
/2 (DGp
¾) op correcte druk instellen.
u
u
• Bedrading controleren.
! De controleduur is te lang.
• Parameter 56 (meettijd) met BCSoft verande-
ren.
• Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? het display knippert en toont 42?
! Testvolume V
lekt.
p2
3 8
4 0
/2 voor de lektest is
u
) controleren en
p1
4 1
/2 (DGp
¾) voor de
u
u
4 2
! De gasmagneetklep V3, een van de kleppen aan
de branderkant of het buizenwerk lekt.
• De gasmagneetklep en het buizenwerk con-
troleren.
! De gasdrukschakelaar DGp
keerd ingesteld.
• Inlaatdruk controleren.
• DGp
/2 (DGp
u
len.
• De aansturing van klem 45 (65) controleren.
! De controleduur V
• De controleduur met parameter 57 verande-
ren.
• Kan men de fout door deze maatregel niet
verhelpen, dan het apparaat demonteren en in
de fabriek laten nakijken.
? het display knippert en toont 44?
! De FCU kon een testvolume (V
vullen.
! De FCU kon bij V
ren.
! Verkeerde bedrading van de aangestuurde klep-
pen.
• De aansturing van de kleppen controleren.
• Verkeerde bedrading van de drukschakelaar.
• De aansturing van klem 46 (65) controleren.
? het display knippert en toont 45?
! De aansturing van de kleppen is verkeerd, de
kleppen zijn verwisseld aangesloten.
• De bedrading van de magneetkleppen contro-
leren.
? het display knippert en toont 50?
! Signaalonderbreking aan de ingang "Vrijgave/
noodstop" (klem 46).
• De aansturing van klem 46 controleren.
• De instelling van parameter 10 controleren.
? het display knippert en toont 51?
! Kortsluiting op een van de uitgangen van het
veiligheidsstroomcircuit.
• Bedrading controleren.
NL-16
/2 (DGp
¾) is ver-
u
u
¾) op correcte inlaatdruk instel-
u
+ V
is te lang.
p1
p2
4 4
of V
p1
p2
of V
de druk niet verminde-
p1
p2
4 5
5 0
5 1
) niet