Het onderwerp van de opname is te helder of
het beeld vertoont witte strepen.
Het onderwerp is te
dichtbij, waardoor het
flitslicht te fel is.
Het onderwerp is
overbelicht omdat de
omgeving te donker is.
Er schijnt te veel licht
direct in de camera
of te veel licht wordt
gereflecteerd door het
onderwerp.
De flitser is
ingeschakeld.
Beeld bevat ruis.
ISO-waarde is te hoog.
Witte stippen op het beeld.
Licht van de flitser is
weerspiegeld door
stofdeeltjes of insecten in
de lucht. Dit valt met
name op wanneer u de
groothoekinstelling
gebruikt.
98
Zorg er bij het gebruik van de
ingebouwde flitser voor dat u de
opname maakt op de juiste afstand
van het onderwerp
Stel de belichtingscompensatie in op
een negatieve waarde (-)
Gebruik AE lock of gebruik
spotmeting
(p.
48, 50).
Wijzig de opnamehoek.
Stel de flitser in op
(Verkorte handleiding p. 9).
Hogere ISO-waarden en de instelling
(Hoge ISO Automatisch) kunnen
zorgen voor meer ruis in het beeld.
Voor een betere beeldkwaliteit
selecteert u een zo laag mogelijke
ISO-waarde
(p.
64).
In de modi
,
en
loopt de ISO-waarde
op en kan er ruis ontstaan.
Dit is een fenomeen dat optreedt bij
digitale camera's en wijst niet op een
storing of defect.
(p.
118).
(p.
51).
(Flits uit)
,
,
,
,
,