Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Droogloopbeveiliging; Elektrische Aansluiting; Levensgevaar Door Elektrische Stroom - Wilo Rexa FIT Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

nl
stellen van de vulniveaus gebeurt met behulp van ver-
schillende sensortypes (vlotterschakelaar, druk- en ul-
trasoonmetingen of elektrodes). Let bij gebruik van een
niveauregeling op de volgende punten:
▪ Vlotterschakelaars kunnen vrij bewegen!
▪ Het minimaal toegestane waterpeil mag niet worden
onderschreden!
▪ De maximale schakelfrequentie mag niet worden
overschreden!
▪ Bij sterk schommelende vulniveaus wordt een niveau-
regeling met twee meetpunten aanbevolen. Hiermee
kunnen grotere schakelverschillen worden bereikt.
Toepassing van de aangebouwde vlotterschakelaar
De "A"-uitvoering is met een vlotterschakelaar uitge-
rust. De pomp wordt afhankelijk van het vulniveau in-
en uitgeschakeld. Het schakelniveau is door de kabel-
lengte van de vlotterschakelaar vastgelegd.
Toepassing van op locatie ter beschikking gestelde
niveauregelingen
Bij gebruik van een niveauregeling die ter plekke ter
beschikking is gesteld, moeten de installatie-instruc-
ties in de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
betreffende fabrikant worden gevolgd.
6.4.6

Droogloopbeveiliging

Een droogloopbeveiliging moet voorkomen dat de
pomp zonder medium in bedrijf is. Tevens moet deze
ervoor zorgen dat er geen lucht in het hydraulisch sys-
teem binnen kan dringen. Hiervoor moet het toegesta-
ne minimumniveau met behulp van een signaalgever
worden bepaald. Zodra de voorgeschreven grenswaar-
de wordt bereikt, moet de pomp worden uitgeschakeld
en een overeenkomstige melding worden geactiveerd.
Een droogloopbeveiliging kan dienen als extra meet-
punt voor een reeds aanwezige niveauregeling, of
functioneren als individuele uitschakelinrichting. Af-
hankelijk van het veiligheidsniveau van de installatie
kan het opnieuw inschakelen van de pomp automatisch
of handmatig plaatsvinden. Voor een optimale bedrijfs-
veiligheid wordt de installatie van een droogloopbevei-
liging aanbevolen.
18
Installatie en elektrische aansluiting
6.5

Elektrische aansluiting

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische stroom!

Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elek-
trische installaties kan overlijden door een elektri-
sche schok tot gevolg hebben! Werkzaamheden aan
elektrische installaties moeten conform lokale voor-
schriften en door een elektromonteur worden uitge-
voerd.
▪ De netaansluiting moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje.
▪ Netzijdige toevoer voor draaistroommotoren met
rechtsdraaiend draaiveld.
▪ De spanningskabels moeten volgens de lokale voor-
schriften worden geïnstalleerd en conform de aderbe-
zetting worden aangesloten.
▪ Sluit bewakingsvoorzieningen aan en controleer of de-
ze werken.
▪ De aarding moet conform lokale voorschriften worden
uitgevoerd.
6.5.1
Beveiliging aan de netzijde
Vermogensbeschermingsschakelaar
De capaciteit van de vermogensbeschermingsschake-
laar is afgestemd op de nominale stroom van de pomp.
De schakelkarakteristiek moet overeenkomen met
groep B of C. Neem de lokale voorschriften in acht.
Motorbeveiligingsschakelaar
Zorg er bij producten zonder stekker voor dat er ter
plaatse een motorbeveiligingsschakelaar aanwezig is!
De minimumeis is een thermisch relais/motorbeveili-
gingsschakelaar met temperatuurcompensatie, diffe-
rentieelschakeling en herinschakelingsblokkering con-
form de lokale voorschriften. Zorg er bij gevoelige elek-
triciteitsnetten voor dat er ter plekke aanvullende be-
veiligingsinrichtingen aanwezig zijn (bijv. overspan-
nings-, onderspannings- of fase-uitvalrelais enz.).
Lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD)
Neem de voorschriften van het lokale energiebedrijf in
acht! Het gebruik van een lekstroom-veiligheidsscha-
kelaar wordt aanbevolen.
Beveilig de aansluiting met een lekstroom-veiligheids-
schakelaar (RCD) als personen in aanraking met het
product en met geleidende vloeistoffen kunnen komen.
WILO SE 2017-06

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave