Hoofdstuk 2 Meting
2-1-2
Meetprocedures
De meetprocedures worden in het volgende stroomdiagram weergegeven.
Gebruik soortgelijke procedures bij het meten van kwaliteitscontrolemonsters.
Neem contact op met uw plaatselijke distributeur voor meer informatie over kwaliteitscontrolemonsters.
Om de meting
voort te zetten
D-01
2-4
Inbedrijfstelling van het instrument
Zet de hoofdschakelaar op de bedieningseenheid in de stand ON en druk op de knop
Statusweergavescherm
Controles vóór de meting
Zo nodig voor de meting uitvoeren.
Voer het metingsnummer in.
Voer de monster-ID in.
Stel het monstertype en het patiënttype in.
Controleer of er printerpapier in de printer zit.
Controleer of de datum en de tijd juist zijn.
Lees de informatie over het reagens.
Druk op de knop
Voorbereidingen voor metingen
Verwijder het rek voor pipetpunten.
1
Plaats de pipetpunten in de puntopening.
2
Bevestig het rek voor pipetpunten.
3
Pipetteer het monster in de monsteropening voor het reagens.
4
Plaats het reagens op de reagensplaat.
5
Druk op de knop
Controleer de meetresultaten
De meetresultaten worden op het scherm weergegeven.
1
De meetresultaten worden afgedrukt.
2
Einde van de meting
Maak de container voor gebruikt materiaal los.
1
Gooi de gebruikte pipetpunten weg.
2
Bevestig het rek voor pipetpunten.
3
Gooi het gebruikte reagens weg.
4
Druk op de knop
Statusweergavescherm
Reiniging van de fotometrische zone
.
Meting starten
.
.
Onderhoud
.
Om de meting
te beëindigen