Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Arkray SPOTCHEM D-01 SD-3810 Bedieningshandleiding
Arkray SPOTCHEM D-01 SD-3810 Bedieningshandleiding

Arkray SPOTCHEM D-01 SD-3810 Bedieningshandleiding

Meeteenheid voor immuniteitsnefelometrie
Inhoudsopgave

Advertenties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Arkray SPOTCHEM D-01 SD-3810

  • Pagina 2 Voorwoord Dank u voor de aankoop van onze meeteenheid voor immuniteitsnefelometrie, de SPOTCHEM D-01 SD-3810. Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de functies van de SPOTCHEM D-01 SD-3810. Deze handleiding wordt uitgegeven door ARKRAY, Inc. Lees de handleiding zorgvuldig door alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
  • Pagina 3: Inleiding

    • De informatie in deze bedieningshandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • ARKRAY, Inc. heeft alles geprobeerd om deze bedieningshandleiding zo goed mogelijk op te stellen. Als u iets tegenkomt dat vreemd of onjuist is, of als u ziet dat er iets ontbreekt, neemt u contact op met de distributeur.
  • Pagina 4: Voor Uw Veiligheid

    Symbolen De onderstaande symbolen worden in deze bedieningshandleiding en op de etikettering van het instrument gebruikt om uw aandacht op specifieke zaken te richten. Voor de betekenis van symbolen op de etiketten (inclusief de verzenddoos) die hieronder niet worden beschreven, wordt verwezen naar de bijsluiter die in de verpakking is bijgesloten.
  • Pagina 5 Over de bedieningshandleidingen De volgende bedieningshandleidingen worden bij elk SPOTCHEM D-Concept instrument geleverd. Raadpleeg eerst de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” en lees vervolgens deze handleiding.  Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00 (bedieningseenheid) Raadpleeg eerst de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00”. De SPOTCHEM D-00 is een bedieningseenheid die kan worden aangesloten op een meeteenheid of een bestaand model om de aangesloten eenheid of eenheden te bedienen en te configureren.
  • Pagina 6: Waarschuwings- En Gevarenetiketten

    Waarschuwings- en gevarenetiketten Op dit instrument zijn meerdere waarschuwings- en gevarenetiketten aangebracht op gebieden die mogelijk gevaar opleveren. Stel u op de hoogte van de mogelijke gevaren waar elk etiket voor waarschuwt en volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden beschreven. ...
  • Pagina 7 Reagentiaset Voordat u de reagentiaset plaatst, controleert u of het reagens aan de achterkant van het omhulsel van aluminiumfolie blijft kleven, of dat het reagens luchtbellen vertoont. Wanneer er reagens of luchtbellen zijn, schudt dan de reagentiaset horizontaal om luchtbellen te voorkomen en de set te kunnen gebruiken zonder reagensresten of luchtbellen.
  • Pagina 8  Binnenkant van het toestel Houder voor het spuitmondonderhoud Raak de houder voor het spuitmondonderhoud niet met onbeschermde handen aan. Draag tijdens het reinigen van of plegen van onderhoud aan de houder voor het spuitmondonderhoud beschermende handschoenen, zodat u niet aan pathogene micro-organismen wordt blootgesteld.
  • Pagina 9: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken ... 1-1 1-1 Overzicht ........... . . 1-2 1-1-1 Kenmerken .
  • Pagina 10 Hoofdstuk 3 Menubewerkingen ........3-1 3-1 Overzicht van het menuscherm .
  • Pagina 11: Hoofdstuk 1 Voordat U Dit Instrument Gaat Gebruiken

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt basisinformatie gegeven over het uitvoeren van metingen en het gebruik van de onderdelen van het instrument. Overzicht ............1-2 1-1-1 Kenmerken .
  • Pagina 12: Overzicht

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Overzicht 1-1-1 Kenmerken  Ontwerp van de eenheid De bedieningseenheid en de meeteenheden worden als afzonderlijke eenheden geleverd, zodat u de vereiste meeteenheden kunt combineren voor een optimale systeemconfiguratie.  Simpele meetbewerking De apparatuur voert automatisch monsterverdunning, pipettering van reagentia en roeren uit.
  • Pagina 13: Specificaties

    1-1 Overzicht 1-1-2 Specificaties SPOTCHEM D-01 (SD-3810) Onderdeel Specificaties Configuratie Instrument, accessoires Gemeten objecten Serum, plasma, vol bloed (Meetobject hangt af van het reagens. Zie de bijsluiter van het reagens voor meer informatie.) Reagens SPOTCHEM D-reagentiaset Meetparameter Vermeld in de bijsluiter van het reagens Meetbereik Vermeld in de bijsluiter van het reagens Meetprincipe...
  • Pagina 14: Meetprincipe

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1-1-3 Meetprincipe Licht van de lichtbron LED gaat door het optisch filter en wordt monochromatisch licht met constante golflengtes. Er zijn in totaal drie golflengtes en de optimale golflengte wordt gekozen op basis van de meetparameter.
  • Pagina 15: Uitpakken

    1-2 Uitpakken Uitpakken De volgende onderdelen worden met dit instrument meegeleverd. Controleer of al deze onderdelen aanwezig zijn. Neem contact op met uw distributeur als er onderdelen ontbreken of defect zijn. OPMERKING: De volgende onderdelen worden niet met het instrument meegeleverd: reagentiasets, magnetische kaart voor kalibratie, 2D-code voor kalibratie, beschermende handschoenen en gaasjes De onderdelen die niet in het pakket zitten, zijn in deze handleiding onderstreept.
  • Pagina 16: Accessoires Verpakkingsdoos

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1-2-3 Accessoires verpakkingsdoos Spuitmondset Moersleutelset voor het vervangen van de spuitmond Sproeibuis Rek voor pipetpunten Onderdeelnr. Inbegrepen onderdelen Beschrijving Hoeveelheid Spuitmondset Spuitmonden met O-ringen Moersleutelset voor het 2 moersleutels, 1 adapter vervangen van de spuitmond Sproeibuis Vervangende sproeibuis...
  • Pagina 17: Namen En Functies Van Onderdelen

    1-3 Namen en functies van onderdelen Namen en functies van onderdelen 1-3-1 Voorkant van het instrument Onderdeelnr. Naam Functie Paneel aan de voorkant Voorkomt invallend omgevingslicht. Opent wanneer de reagensplaat naar u toe schuift. Onderhoudsdeksel Kan worden geopend om de sproeibuis of de spuitmond te vervangen.
  • Pagina 18: Achterkant Van Het Instrument

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1-3-2 Achterkant van het instrument Onderdeelnr. Naam Functie Aansluitklem Verbindt de bedieningseenheid met behulp van een aansluitkabel. bedieningseenheid Koelventilator Verwijdert warme lucht uit het toestel om oververhitting te voorkomen. Bevestigingsbeugels Worden gebruikt om dit toestel aan een ander toestel te bevestigen.
  • Pagina 19: Aansluiting En Weergave Van De Meeteenheid

    1-4 Aansluiting en weergave van de meeteenheid Aansluiting en weergave van de meeteenheid De aansluitklemmen ( ) aan de achterkant van de bedieningseenheid die zijn aangesloten op een meeteenheid (of een bestaand model) komen overeen met de knoppen op het bedieningspaneel. De schermpositie van de met de bedieningseenheid verbonden meeteenheid wordt bepaald door de aangesloten aansluitklemmen.
  • Pagina 20: Installatie

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Installatie 1-5-1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Lees voordat u het instrument installeert de onderstaande aanwijzingen en neem altijd de juiste voorzorgsmaatregelen. Installeer het instrument onder supervisie van een monteur. • Selecteer een plaats voor het instrument en monteer het op die locatie. Verplaats het instrument niet terwijl de bedieningseenheid of een andere meeteenheid is aangesloten.
  • Pagina 21: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Verplaatsen Van Het Instrument

    1-5 Installatie 1-5-2 Voorzorgsmaatregelen bij het verplaatsen van het instrument Lees voordat u het instrument verplaatst de onderstaande aanwijzingen en neem altijd de juiste voorzorgsmaatregelen. • Zorg ervoor dat de bedieningseenheid en andere meeteenheden niet op het instrument zijn aangesloten. •...
  • Pagina 22: Het Instrument Bevestigen

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken OPMERKING: Aangezien de bevestiging kan worden verwijderd door alleen schroef B los te draaien, mag schroef B niet volledig uit het instrument worden verwijderd. Bodemdeksel Schroeven C Draai de losgedraaide schroeven B (2 punten) weer vast. Verwijder de schroeven C (2 punten) waarmee het bodemdeksel Schroeven B vastzit met behulp van de kruiskopschroevendraaier.
  • Pagina 23: Het Instrument Opstarten

    1-5 Installatie 1-5-6 Het instrument opstarten Druk op de knop op de bedieningseenheid om het instrument op te starten. OPMERKING: • Voordat u op de knop drukt, moet u controleren of het onderhoudsdeksel is bevestigd. Als het onderhoudsdeksel niet is bevestigd, dan verschijnt er een waarschuwing W-1001. •...
  • Pagina 24: Het Instrument Uitschakelen

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Controleer of het instrument in stand-by staat. Het statusindicatielampje verandert van wit in blauw. OPMERKING: Als er tijdens het opstartproces een waarschuwing of fout optreedt, dan kan de melding “Meten niet mogelijk.” worden weergegeven.
  • Pagina 25: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Uitvoeren Van Metingen

    1-6 Voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van metingen Voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van metingen In deze paragraaf worden de voorzorgsmaatregelen voor het uitvoeren van metingen beschreven. Vooraleer u dit instrument voor de eerste keer gebruikt, dient u alle hier vermelde voorzorgsmaatregelen te lezen. 1-6-1 Voorzorgmaatregelen bij de bediening •...
  • Pagina 26: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Omgaan Met Monsters

    Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1-6-2 Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met monsters • GA VOORZICHTIG OM MET BLOED. In dit systeem wordt bloed als monster gebruikt. Bloed kan besmet zijn met pathogene micro-organismen, die besmettelijke ziekten kunnen veroorzaken. Bij onjuist omgaan met bloed kunnen de gebruiker of anderen besmet raken met pathogene micro-organismen.
  • Pagina 27 Hoofdstuk 2 Meting In dit hoofdstuk worden de methoden voor meting en kalibratie beschreven. Voor de meting ..........2-2 2-1-1 Batchkalibratie .
  • Pagina 28: Hoofdstuk 2 Meting

    Hoofdstuk 2 Meting Voor de meting In deze paragraaf wordt uitgelegd wat u moet weten voordat u met dit instrument gaat meten. 2-1-1 Batchkalibratie 2D-code (informatie over het reagens) staat op de productverpakking van een reagens gedrukt. Wanneer u een reagens van een nieuwe batch gebruikt, scant u de informatie over het reagens met de 2D-codelezer die op de bedieningseenheid is aangesloten om de batchinformatie van het reagens in te voeren en automatisch het verschil per batch en de variatie per dag te kalibreren.
  • Pagina 29 2-1 Voor de meting REFERENTIE: U kunt de magneetstrips in willekeurige volgorde gebruiken. U kunt met elke strip beginnen. Als een strip al gelezen is, verschijnt er een sterretje [ * ] op het scherm. Nadat alle magneetstrips van de partijkaart zijn gelezen, is de magneetkaartkalibratie voltooid.
  • Pagina 30: Meetprocedures

    Hoofdstuk 2 Meting 2-1-2 Meetprocedures De meetprocedures worden in het volgende stroomdiagram weergegeven. Gebruik soortgelijke procedures bij het meten van kwaliteitscontrolemonsters. Neem contact op met uw plaatselijke distributeur voor meer informatie over kwaliteitscontrolemonsters. Inbedrijfstelling van het instrument Zet de hoofdschakelaar op de bedieningseenheid in de stand ON en druk op de knop Statusweergavescherm Controles vóór de meting Zo nodig voor de meting uitvoeren.
  • Pagina 31: Voorbereidingen Voor Metingen

    2-2 Voorbereidingen voor metingen Voorbereidingen voor metingen In deze paragraaf wordt uitgelegd welke voorbereidingen u moet treffen voor de meting. Let op: de onderstreepte onderdelen zijn niet inbegrepen in het pakket. Maak ze apart klaar. 2-2-1 Instrumentcontroles Hieronder worden de items uitgelegd die moeten worden gecontroleerd nadat het instrument is opgestart. ...
  • Pagina 32: Meting

    Hoofdstuk 2 Meting Meting De meting wordt uitgevoerd met behulp van het monster en het reagens. • Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. • Veeg voor de ontsmetting van het apparaat het ontsmette gebied lichtjes af met een wattenstaafje of gaasje dat met een ontsmettingsmiddel is bevochtigd, veeg het ontsmettingsmiddel vervolgens af met een wattenstaafje of gaasje dat met water is bevochtigd, en veeg het vervolgens droog.
  • Pagina 33 2-3 Meting  Monster-ID Om aan het monster een uniek ID toe te voegen dat los staat van het metingsnummer, voert u een monster-ID in. Zie “4-3 Het monster-ID invoeren” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie over het invoeren van de monster-ID. Selecteer het monstertype en het patiënttype Zie “3-2 Instelling monstertype”...
  • Pagina 34 Hoofdstuk 2 Meting Plaats de pipetpunten in de puntopening. OPMERKING: Raak het uiteinde van de pipetpunten niet met onbeschermde handen aan. Verontreiniging aan het uiteinde van de pipetpunten kan leiden tot onnauwkeurige resultaten. Plaats het rek voor pipetpunten terug in zijn oorspronkelijke positie.
  • Pagina 35 2-3 Meting Meting starten Druk op de knop . De reagensplaat schuift terug naar binnen, het paneel aan de voorkant gaat dicht en de meting start. OPMERKING: Open het onderhoudsdeksel of het paneel aan de voorkant niet tijdens de meting. Als het paneel aan de voorkant tijdens de meting wordt geopend, dan verschijnt er een waarschuwing W-1001.
  • Pagina 36 Hoofdstuk 2 Meting Verwijder de gebruikte pipetpunten. OPMERKING: Zorg ervoor dat u de ongebruikte pipetpunten niet weggooit. Plaats het rek voor pipetpunten terug in zijn oorspronkelijke positie. Gooi de gebruikte reagentia weg. Als u de bewerkingen niet voortzet, druk dan op de knop .
  • Pagina 37: Het Meetresultaat Weergeven

    2-4 Het meetresultaat weergeven Het meetresultaat weergeven U kunt het meetresultaat afdrukken en controleren. 2-4-1 Meetresultaat In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte meetresultaat kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Datum en tijd van de meting Metingsnummer Monstertype Patiënttype Afdrukken is alleen mogelijk wanneer het patiënttype is ingevoerd.
  • Pagina 38: Meetresultaat Van Onderzoekmodus

    Hoofdstuk 2 Meting 2-4-2 Meetresultaat van onderzoekmodus In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte meetresultaat van de onderzoekmodus kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Datum en tijd van de meting Meetresultaat Naam van het item en meetwaarde Meetresultaat van Meetwaarde waarvoor geen eenheidsomzetting en onderzoekmodus correlatiecorrectie zijn uitgevoerd...
  • Pagina 39: Meetresultaat Van Qc-Modus

    2-4 Het meetresultaat weergeven 2-4-3 Meetresultaat van QC-modus In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte meetresultaat van de QC-modus kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Datum en tijd van de meting Meetresultaat van QC-modus Naam van het item en de meetwaarde waarvoor geen eenheidsconversie en correlatiecorrectie wordt uitgevoerd D-01 2-13...
  • Pagina 40 Hoofdstuk 2 Meting D-01 2-14...
  • Pagina 41: Hoofdstuk 3 Menubewerkingen

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen In dit hoofdstuk wordt de instelling van het monstertype, het onderhoud, de instelling van de reagensinformatie en de diverse parameterinstellingen op het scherm [Hoofdmenu] beschreven. Zie “Hoofdstuk 4 Menubewerkingen” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie over het instellen van het metingsnummer, de monster-ID, het meetresultaat en het submenu.
  • Pagina 42: Overzicht Van Het Menuscherm

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Overzicht van het menuscherm Druk in het statusweergavescherm op [0] om het scherm [Hoofdmenu] weer te geven. Druk op [0]. Het scherm [Hoofdmenu] wordt weergegeven. REFERENTIE: Zie “Hoofdstuk 4 Menubewerkingen” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie over de bedieningsmenu's [1] tot [4].
  • Pagina 43: Instelling Van De Reagensinformatie

    3-1 Overzicht van het menuscherm  Instelling van de reagensinformatie Onderdeel Beschrijving Zie pagina Informatie over het item • Hiermee stelt u de correlatiegebaseerde correctiefactor en het 3-15 patiënttype voor elk instrument in. • Na het instellen van de correlatiecorrectiefactoren voert u verificatiemetingen uit om te bevestigen dat deze correct zijn ingesteld.
  • Pagina 44: Instelling Monstertype

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Instelling monstertype In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het monstertype en het patiënttype instelt.  Beschikbare instellingen Onderdeel Beschrijving Monstertype Selecteer het monstertype voor elk CH. Wanneer u [Standaard] selecteert, wordt automatisch het monstertype geselecteerd dat voor elk reagens vooraf is ingesteld.
  • Pagina 45: Onderhoud

    3-3 Onderhoud Onderhoud 3-3-1 Onderhoudsgegevens De datum en tijd van het laatste onderhoud en het aantal metingen dat sindsdien is uitgevoerd, worden weergegeven. Druk op [6] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [5] op het scherm [Onderhoud]. Het scherm <Onderhoudsgegevens> wordt weergegeven. Datum en tijd van het laatste onderhoud Aantal metingen sinds het...
  • Pagina 46: Onderhoudspunten

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen 3-3-2 Onderhoudspunten In deze paragraaf worden de onderhoudspunten uitgelegd. Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. 70% isopropylalcohol wordt soms gebruikt om het instrument te reinigen. 70% isopropylalcohol is brandbaar. Ga er daarom voorzichtig mee om en houd het uit de buurt van vlammen, elektrische vonken en warmtebronnen.
  • Pagina 47: Reiniging Van De Fotometrische Zones/Het Rek Voor Pipetpunten

    3-3 Onderhoud Druk op [6] op het scherm [Onderhoud]. Het scherm <Onderhoudspunt> wordt weergegeven.  Reiniging van de fotometrische zones/het rek voor pipetpunten Klaarleggen: Blazerborstel, beschermende handschoenen Selecteer een onderhoudspunt Druk op de knop [ ] op het scherm <Onderhoudspunt> en selecteer [Rein.
  • Pagina 48: Reiniging

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Reiniging  Reinig de fotometrische zone Gebruik het bij de bedieningseenheid geleverde blaasborsteltje om eventueel vuil weg te blazen. OPMERKING: Haal het borsteltje uit het blaasborsteltje om het te gebruiken.  Maak het rek voor pipetpunten schoon Als het rek voor pipetpunten erg vuil is, was het dan.
  • Pagina 49 3-3 Onderhoud Druk op [3] op het scherm [Submenu]. Druk op [2] op het scherm [Onderhoud]. Druk op de knop op het scherm <Inschakelen> en verplaats de cursor vervolgens naar de positie van dit instrument. Druk op de knop [ ], selecteer [Inschakelen] en druk op de knop REFERENTIE: Het instrument wordt ingeschakeld en de melding...
  • Pagina 50: Vervangen Van De Buis En De Spuitmond

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen  Vervangen van de buis en de spuitmond Klaarleggen: (bij vervanging van de buis): beschermende handschoenen, buisje voor spuitmond, kruiskopschroevendraaier en pincet (bij vervanging van de spuitmond): beschermende handschoenen, spuitmond, sleutelset voor vervanging van de spuitmond en kruiskopschroevendraaier Zet de spuitmond in de onderhoudspositie en schakel het instrument uit Druk op de knop [...
  • Pagina 51 3-3 Onderhoud Bevestig de spuitmond met de spuitmondvergrendeling. Spuitmondvergrendeling Druk op de knop . Het instrument wordt uitgeschakeld. Verwijder de houder voor het spuitmondonderhoud van het instrument Draai handmatig aan de bevestigingsschroef van de houder voor het spuitmondonderhoud en verwijder hem, zoals weergegeven op de afbeelding.
  • Pagina 52 Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Vervang de sproeibuis Verwijder de sproeibuis met behulp van het pincet. Bevestig de nieuwe sproeibuis. OPMERKING: Bij het bevestigen van de sproeibuis moet u erop letten dat u het niet te ver over de spuitmond heen steekt. 1 mm 1 mm Spuitmond vervangen...
  • Pagina 53 3-3 Onderhoud Bevestig de adapter aan de onderkant van de spuitmond. Gebruik het grotere uiteinde van de moersleutel om de adapter te draaien en het bevestigingsstuk van de spuitmond los te maken. Draai de adapter met de hand in de richting van de pijl en verwijder de spuitmond.
  • Pagina 54 Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Plaats de nieuwe spuitmond op de adapter. Bevestig de adapter aan de onderhoudshouder van de spuitmond en draai deze voorzichtig met de hand vast. Gebruik het kleinere uiteinde van de sleutel om het bovenste deel van de spuitmond vast te zetten en gebruik het grotere uiteinde van de sleutel om de adapter te draaien en verder vast te draaien (ten minste 90°).
  • Pagina 55: Instelling Van De Reagensinformatie

    3-4 Instelling van de reagensinformatie Instelling van de reagensinformatie In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de reagensiteminformatie en de reagentiasetinformatie kunt invoeren. De beschikbare instellingsparameters worden in de volgende tabel weergegeven. Onderdeel Beschrijving Zie pagina Informatie over het item •...
  • Pagina 56 Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Druk op [5] op het scherm [Info item]. De iteminformatie instellen Druk op de knop [ ] op het scherm <Instellen info item> en selecteer het in te stellen item. REFERENTIE: Om de ingestelde waarde van het item af te drukken, selecteert u het item en drukt u op de knop .
  • Pagina 57: Afdrukresultaat Van De Iteminformatie

    3-4 Instelling van de reagensinformatie  Afdrukresultaat van de iteminformatie In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte resultaat kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Afgedrukte datum en tijd Itemnaam Het itemnummer en de itemnaam worden afgedrukt. Correlatiecorrectiefactor De correlatiecorrectiefactoren worden afgedrukt. Normaal bereik De boven- en ondergrens van het normale bereik worden afgedrukt.
  • Pagina 58: Initialisatie Van De Iteminformatie

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen  Initialisatie van de iteminformatie Druk op [7] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [5] op het scherm [Instelling reagensinfo]. Druk op [6] op het scherm [Info item]. Druk op de knop [ ] op het scherm <Initialisatie info item> en selecteer het item dat moet worden geïnitialiseerd.
  • Pagina 59: Informatie Over De Reagentiaset

    3-4 Instelling van de reagensinformatie Druk op de knop Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de initialisatie van de informatie te bevestigen of te annuleren. REFERENTIE: • Druk op [0] om de initialisatie te starten. • Als u de initialisatie wilt annuleren, drukt u op de knop 3-4-2 Informatie over de reagentiaset ...
  • Pagina 60: Afdrukresultaat Van De Reagentiasetinformatie

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Druk op de knop [ ] op het scherm <Instellen pakketinfo> en selecteer het reagenspakket dat moet worden afgedrukt. Druk op de knop . Om alle reagentiasetinformatie af te drukken, selecteert u [ALL] en drukt u op de knop ...
  • Pagina 61: Instellingen Parameters

    3-5 Instellingen parameters Instellingen parameters 3-5-1 Instelling informatie over de eenheid (Instellen eenheidinfo) U kunt de naam van het toestel op het scherm, het luidsprekervolume en het patroon van het waarschuwingsgeluid instellen. De beschikbare instellingen worden in de volgende tabel weergegeven. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid...
  • Pagina 62: De Eenheidinformatie Instellen

    Hoofdstuk 3 Menubewerkingen  De eenheidinformatie instellen Druk op [5] op het scherm [Instellen eenheidinfo]. De eenheidinformatie instellen. Het geselecteerde patroon van het waarschuwingsgeluid op het geselecteerde volume wordt gedurende ongeveer 3 seconden uitgezonden. REFERENTIE: Voer tekens in het veld [Eenh.naam] in. Zie “2-3-3 Tekens invoeren”...
  • Pagina 63: Modusinstelling

    3-5 Instellingen parameters 3-5-2 Modusinstelling Selecteer de afdrukmodus voor het meetresultaat. De beschikbare instellingen worden in de volgende tabel weergegeven. Onderdeel Beschrijving Normaal Drukt de normale meetwaarden af. Onderzoek Voegt de meetwaarden van het onderzoek toe waarvoor geen eenheidsconversie en correlatiecorrectie is uitgevoerd en drukt deze af. Drukt de QC-meetwaarden af waarvoor geen eenheidsconversie en correlatiecorrectie is uitgevoerd.
  • Pagina 64 Hoofdstuk 3 Menubewerkingen D-01 3-24...
  • Pagina 65 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Als er een waarschuwing, fout of storing optreedt tijdens een meting of bewerking met dit instrument, kan er een melding op het scherm verschijnen. Dit hoofdstuk beschrijft de inhoud van deze berichten en de methoden voor het oplossen van problemen.
  • Pagina 66: Hoofdstuk 4 Problemen Oplossen

    Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Meldingstypes 4-1-1 Meldingstypen en weergave Er verschijnt een storingsmelding op het scherm wanneer het instrument een storing heeft. Voor deze meldingen bestaan er drie niveaus, afhankelijk van de ernst van de storing. Meldingstype Beschrijving Waarschuwing Weergegeven als “W-10XX”. Volg de weergegeven melding om de storing op te lossen.
  • Pagina 67: Waarschuwingsberichten

    4-2 Waarschuwingsberichten Waarschuwingsberichten W-1001 Oorzaak Mogelijke oplossing De voorklep of het onderhoudsdeksel werd Controleer of de deksels volledig gesloten zijn. geopend tijdens de meting of de inbedrijfstelling. Er zit iets vast in de voorklep. Verwijder het voorwerp en sluit de voorklep. W-1002 Oorzaak Mogelijke oplossing...
  • Pagina 68 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen W-1004 Oorzaak Mogelijke oplossing Het rek voor pipetpunten zit niet volledig op Controleer of het rek voor pipetpunten correct in het instrument zijn plaats. is geplaatst. Het rek voor pipetpunten is vuil. Maak het rek voor pipetpunten schoon. Zie “Reiniging van de fotometrische zones/het rek voor pipetpunten”...
  • Pagina 69 4-2 Waarschuwingsberichten W-1007 REFERENTIE: Het CH-nummer (waarin het reagens is geplaatst) en de reagensnaam worden op de eerste regel van het bericht weergegeven. Oorzaak Mogelijke oplossing Vul een geschikte hoeveelheid monster (50 L) in de Het reagens bevat luchtbellen of vreemde voorwerpen.
  • Pagina 70 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen W-1010 Oorzaak Mogelijke oplossing Er zijn niet genoeg pipetpunten om te Plaats het aantal pipetpunten dat nodig is voor de meting in het meten. instrument. W-1011 REFERENTIE: De naam en het partijnummer van het verlopen reagens worden op de eerste regel van het bericht weergegeven. Oorzaak Mogelijke oplossing Het vervallen reagens wordt gebruikt.
  • Pagina 71 4-2 Waarschuwingsberichten W-1013 REFERENTIE: Het CH-nummer (waarin het reagens is geplaatst) en de reagensnaam worden op de eerste regel van het bericht weergegeven. REFERENTIE: Wanneer de berekening van het meetresultaat een te hoge of te lage waarde geeft die aangeeft dat de instelling van het type monster verkeerd zou kunnen zijn, verschijnt links een bericht (bijvoorbeeld: hemoglobinegehalte is te laag voor het ingestelde type monster “Volbloed”).
  • Pagina 72: Foutmeldingen

    Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Foutmeldingen E-1101 Oorzaak Mogelijke oplossing Het instrument is uitgeschakeld tijdens de Druk op de knop meting. Prepareer het monster, het reagens en de pipetpunt en meet opnieuw. OPMERKING: Als het instrument om een of andere reden wordt uitgeschakeld tijdens de meting, wordt deze melding weergegeven tijdens het volgende opstartproces.
  • Pagina 73 4-3 Foutmeldingen E-1105 Oorzaak Mogelijke oplossing De vereiste meetparameterinformatie is Neem contact op met uw plaatselijke distributeur. niet ingevoerd. REFERENTIE: Het CH-nummer (waarin het reagens is ingesteld) en het reagens of het itemnummer zonder meetinformatie worden weergegeven. E-1106 Oorzaak Mogelijke oplossing Het reagens is niet correct op de Plaats het reagens correct op de reagensplaat.
  • Pagina 74: Storingsmeldingen

    Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Storingsmeldingen T-1201 Oorzaak Mogelijke oplossing Een voedingsspanning is abnormaal. Controleer of de aansluitkabel goed is aangesloten. T-1202 / T-1203 Oorzaak Mogelijke oplossing Er is een storing opgetreden in de interne Controleer de installatie-/werkomgeving en gebruik het temperatuurregeling.
  • Pagina 75: Hoofdstuk 5 Index

    Hoofdstuk 5 Index Index ............5-2 D-01...
  • Pagina 76 Hoofdstuk 5 Index Index Aansluiting en weergave van de meeteenheid ..1-9 Meetprincipe ............1-4 Aansluitklem bedieningseenheid .....1-8, 1-12 Meetprocedures ............2-4 Accessoires .............. 1-5 Meetresultaat ............2-11 Accessoires verpakkingsdoos ......1-5, 1-6 Meetresultaat van onderzoekmodus ...... 2-12 Adapter ..............3-13 Meetresultaat van QC-modus ........
  • Pagina 77 5-1 Index Specificaties .............1-3 SPOTCHEM D-reagentiaset ......1-16, 2-5 Sproeibuis ..............3-12 Spuitmond ..............3-12 Spuitmond vervangen ........3-6, 3-10 Statusindicatielampje ..........1-7 Storingsmeldingen ..........4-10 Stroomdiagram van het scherm ....... 3-2 Uitpakken ..............1-5 Vervanging van de sproeibuis ......3-6, 3-10 Voorzorgmaatregelen bij de bediening ....1-15 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie ....1-10 Voorzorgsmaatregelen bij het verplaatsen van het instrument ..............1-11...

Inhoudsopgave