Opnamestand
Last burst (laatste
burst)
De flitser wordt
uitgeschakeld. (Niet
beschikbaar in TIFF.)
Exposure
Bracketing 3
(belichtings-
stappen 3)
De flitser wordt
uitgeschakeld. (Niet
beschikbaar in TIFF.)
Exposure
Bracketing 5
(belichtings-
stappen 5)
De flitser wordt
uitgeschakeld. (Niet
beschikbaar in TIFF.)
Time Lapse Burst
(tijdvertraagd foto's
in serie maken)
De flitser wordt
uitgeschakeld. (Niet
beschikbaar in TIFF.)
1 Stel de modus Drive (opnamestand) in op de gewenste optie, zie
2 Druk de sluiterknop half in om AE/AF in te stellen.
3 Druk voor alle instellingen behalve de burst-instelling de sluiterknop volledig in
en laat de knop los om de foto te maken.
Voor burst-instellingen drukt u de sluiterknop volledig in en houdt u deze
ingedrukt. De camera stopt als u de sluiterknop weer loslaat, als de foto's zijn
gemaakt of als er geen opslagruimte meer is.
www.kodak.com/go/support
Beschrijving
De camera maakt een serie foto's met een snelheid van 2,3 fps
terwijl de sluiterknop is ingedrukt. Zie
bepalen van het opgeslagen aantal. (Met deze modus kunt u
een gebeurtenis vastleggen waarbij de exacte timing onzeker is,
bijvoorbeeld een kind dat de kaarsjes uitblaast).
De camera maakt 3 foto's met een geselecteerde interval
van 0,3; 0,6 of 1,0 EV (BW). Bepaal het beste
belichtingsniveau voor uw omstandigheden op basis van uw
evaluatie van deze drie foto's.
De camera maakt 5 foto's met een geselecteerde interval
van 0,3; 0,6 of 1,0 EV (BW). Bepaal het beste
belichtingsniveau voor uw omstandigheden op basis van uw
evaluatie van deze vijf foto's.
De camera maakt een bepaald aantal foto's (2 - 99) in
opgegeven stappen (10 seconden - 24 uur).
Meer camerafuncties
pagina 34
voor het
pagina
32.
NL
33