Om de gesimuleerde snelheid in te schakelen in het werkscherm
zonder de machine te verplaatsen en met de hoofdschakelaar op
'ON':
► druk op de knop PROGRAMMA
nu gelijktijdig op de knop MIN
lage gesimuleerde snelheid.
► Druk op de knop PROGRAMMA
nu gelijktijdig op de knop PLUS
hoge gesimuleerde snelheid.
OPMERKING: als de sproeimachine begint te bewegen en
de console werkelijke snelheidsimpulsen
ontvangt, wordt de gesimuleerde grondsnelheid
uitgeschakeld. Als een radar/GNSS-snelheidssensor
wordt gebruikt, moet u de radar/GNSS van de
hoofdconsole afkoppelen. Door de gevoeligheid
van deze snelheidssensor kan elke beweging de
gesimuleerde snelheid uitschakelen.
Lage snelheid
Stel lage gesimuleerde snelheid in.
Afbeelding 3-29: Gesimuleerde grondsnelheid – Lage snelheid
Hoge snelheid
Stel hoge gesimuleerde snelheid in.
Afbeelding 3-30: Gesimuleerde grondsnelheid – Hoge snelheid
Minimumsnelheid
Stel de minimumsnelheid in waarop de console de boomsecties
automatisch uitschakelt om een bedieningsfunctie uit te schakelen
tijdens het afremmen of omkeren. Onder deze snelheid wordt niet
gesproeid.
, houd deze ingedrukt, druk
en laat deze weer los voor
, houd deze ingedrukt, druk
en laat deze weer los voor
845 Sprayer Control System
Als de snelheid van de sproeimachine de vastgestelde
automatische uitschakelsnelheid overschrijdt, worden de
boomsecties weer ingeschakeld.
Stel deze waarde op '0' om de functie uit te schakelen.
Deze functie is uitgeschakeld bij bediening in handmatige modus.
Afbeelding 3-31: Minimumsnelheid
17
98-05349-EN R0