Afbeelding 3-8: Druksensor, nuldruk
Automatische kalibratie
Controleer dat de sproeipomp is uitgeschakeld en het systeem
niet onder druk staat (laat de druk van de boomstuurkleppen en de
controlekleppen van de spuitdoppen af).
In sommige gevallen is het beter om de sensor van het
leidingsysteem te ontkoppelen om de kalibratie te voltooien.
1. Druk gelijktijdig op de knoppen PLUS
houd deze 3 seconden ingedrukt om de automatische
kalibratiemodus te starten.
Links onder in de display wordt van 1 tot 10 geteld tijdens de
kalibratie.
Als het tellen klaar is, wordt een getal in de buurt van 4.0 (+/-
0.2) weergegeven.
2. Om de waarde te accepteren, drukt u op de knop
PROGRAMMA
. Om de waarde te bewerken, drukt u op de
knop PLUS
of MIN
Afbeelding 3-9: Automatische kalibratie nuldrukwaarde
Maximale drukwaarde
Deze stap is alleen beschikbaar als 'Druksensor geïnstalleerd' op
'Ja' is ingesteld.
De maximale drukwaarde wordt gebruikt om de maximale waarde
van de druksensor in het systeem te kalibreren. Dit getal staat op
de druksensor zelf aangegeven.
OPMERKINGEN: Verander de waarde niet in '0', ook al is er geen
druksensor geïnstalleerd. De maximale druk kan
niet lager worden ingesteld dan de minimale
druk. De minimale druk is standaard 10 psi /
0,6 bar, onder deze waarde wordt de regeling
uitgeschakeld.
en MIN
en
.
845 Sprayer Control System
Afbeelding 3-10: Maximale drukwaarde
Minimumdruk
Onder de minimumdrukwaarde wordt de regeling uitgeschakeld,
behalve bij baansproeien (GLM of LKM).
Afbeelding 3-11: Minimumdruk
Doorstroommeter geïnstalleerd
Selecteer of een doorstroommeter is geïnstalleerd.
Als er geen druksensor is geïnstalleerd, is deze stap automatisch
op 'Ja' ingesteld en kan niet gewijzigd worden.
Als baansproeien is geselecteerd onder Eenheden (GLM of LKM),
is deze instelling altijd 'Ja' en kan niet gewijzigd worden.
Afbeelding 3-12: Doorstroommeter geïnstalleerd
Doorstroommeter Kalibratie
Deze stap is alleen beschikbaar als ''Doorstroommeter
geïnstalleerd' op 'Ja' is ingesteld. De kalibratie van de
doorstroommeter bepaalt de impulsen van de doorstroommeter op
basis van een gekend vloeistofvolume.
11
98-05349-EN R0