Uitgebreide Bediening
Indien in het keuzemenu een optie geselecteerd en bevestigd is, wordt in het display een
lijst van detectiezones, waarbinnen ingangen —melders, toetsen, schakelaars, etc.—
toetsen, schakelaars, etc.— beschikbaar zijn, worden in het display de volgende
parameters getoond:
• Zone: toont het nummer van de detectiezone.
• Test Status: toont de test status van de detectiezone. De parameter kan de volgende
statussen aan nemen:
• ―: de detectiezone staat niet in zone test.
• IN TEST: de detectiezone staat in zone test. Geactiveerde melder —ingangen—
in de detectiezone zullen geen brandmelding maar testalarm melden.
• Locatie: toont de locatie tekst van de detectiezone. De locatietekst verklaart het
bouwdeel en/of gebouw dat de detectiezone omvat.
Selecteer met de cursor besturingstoetsen de gewenste detectiezone, selecteer met
de toets de parameter TEST STATUS en druk de (BEVESTIGEN) toets om de
detectiezone in of uit test te zetten. De status van parameter TEST STATUS van de
geselecteerde detectiezone wordt IN TEST.
De led indicator TEST op het Penta 5000 Bediendeel zal oplichten. Zet indien gewenst
meerdere meldergroepen in test.
De melders van de detectiezones welke in test staan kunnen nu in testalarm worden
gebracht —brandalarm terwijl de detectiezone in test staat— zonder daarbij de sturingen,
Om de melders in testalarm te brengen, mogen om beschadiging van de melders te
voorkomen, alleen goedgekeurde hulpmiddelen gebruikt worden. De hulpmiddelen voor
het
testen
brandmeldsysteem. De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar:
• Handbrandmelders kunnen in alarm gebracht worden met hulp van een speciale
testsleutel. Deze testsleutel wordt bij alle handbrandmelders meegeleverd.
• Temperatuur melders kunnen in alarm gebracht worden met hulp van een (haar) föhn.
Gebruik nooit aanstekers of verfbranders voor het testen van melders.
• Rookmelders —optisch, ionisatie— kunnen in alarm gebracht worden met hulp van
testgas. Door een kleine hoeveelheid testgas in de melder te spuiten wordt de melder
geactiveerd. Eventueel kan de bus met testgas op een speciale teststok gemonteerd
worden. Op deze manier zijn ook de melders die hoog gemonteerd zijn bereikbaar.
• CO melders kunnen in alarm gebracht worden met hulp van een speciaal testgas. Door
een kleine hoeveelheid testgas in de melder te spuiten wordt de melder geactiveerd.
• Voor het testen van HSSD-Systemen, List Systemen, Beams & Vlammenmelders is
speciale test apparatuur nodig. De onderhouder zal jaarlijks deze melders testen en
indien nodig opnieuw afregelen.
Meldingen —brand, voormelding, ontruiming, alarmen, storing, etc.— van systeemdelen
—melders, toetsen, etc.—, in detectiezones, die niet in teststatus zijn hebben prioriteit
boven de teststatus en zullen normaal gemeld worden.
Verzeker u ervan dat de juiste detectiezone in zone test staat alvorens aan te vangen
met testen.
Door de intelligente van de melders, en doordat het Penta 5000 Brandmeldsysteem
verschillende signaalbewerkingen toepast op de door de melders gemeten waarden, kan
het soms lastig zijn een melder in test-alarm te brengen.
Gebruikershandleiding Penta 5000 Brandmeldsysteem
beschikbaar zijn, weergegeven.
Bovenaan
detectiezones in test staan. De detectiezones worden in
zonenummer oplopend weergegeven.
Voor de detectiezones waarbinnen ingangen —melders,
doormelding en sirenes —afhankelijk van de gekozen optie
in het keuze menu— te activeren.
Indien een melder —ingang— binnen een detectiezone
welke in test staat een test-alarm meldt, zal er een
uitroepteken
teststatus van de zone zal dan IN TEST ! zijn.
van
melder
kunnen
in
het
display
wordt
achter
de
teststatus
besteld
worden
bij
BGB036.02
aangegeven
hoeveel
zichtbaar
zijn.
de
leverancier
van
57
De
uw