Uitgebreide Bediening
Indien gewenst kunnen alle uitgeschakelde ingangen —melders, toetsen, schakelaars,
etc.— binnen de detectiezone met één handeling worden ingeschakeld.
Selecteer met de toets de parameter STAND van de detectiezone, waarvan alle
In het display zal bij de geselecteerde detectiezone, voor de parameter STAND, de tekst
AAN worden weergegeven. Na korte tijd zal de detectiezone uit de lijst van detectiezones
met uitschakelingen verdwijnen. Alle uitgeschakelde ingangen binnen de geselecteerde
detectiezone zijn nu ingeschakeld en weer volledig functioneel.
Selecteer de volgende detectiezone of keer terug naar het menu INSCHAKELEN met de
ESC toets.
Indien gewenst kunnen uitgeschakelde ingangen —melders, toetsen, schakelaars, etc.—
binnen de detectiezone individueel worden ingeschakeld.
Blader met de toets —3 keer bedienen— totdat de uitgeschakelde ingangen binnen een
detectiezone in het display worden weergegeven. ingeschakeld dienen te worden. De
parameter STAND van de geselecteerde detectiezone wordt geïnverteerd weergegeven.
schakelaars, etc.— binnen de detectiezone, worden in het display de volgende
parameters getoond:
• Stand: toont de uitschakel status van de ingang. Voor de getoonde ingangen heeft de
parameter stand de status UIT: de ingang is uitgeschakeld.
• Element Tekst: toont de elementtekst van de ingang. Deze element tekst verklaart de
positie plaats —ruimte en/of ruimtedeel— van de ingang.
Selecteer met de toets de parameter STAND van de uitgeschakelde ingang, welke
ingeschakeld dient te worden. De parameter STAND van de geselecteerde ingang wordt
geïnverteerd weergegeven. Druk de (BEVESTIGEN) toets om de geselecteerde ingang
in te schakelen.
In het display zal bij de geselecteerde ingang, voor de parameter STAND, de tekst AAN
worden weergegeven. Na korte tijd zal de ingang uit de lijst van uitgeschakelde ingangen
verdwijnen. De ingang is nu ingeschakeld en weer volledig functioneel.
Selecteer de volgende ingang of keer terug naar het menu INSCHAKELEN met de ESC
toets.
Gebruikershandleiding Penta 5000 Brandmeldsysteem
Alle uitgeschakelde ingangen inschakelen
uitgeschakelde ingangen ingeschakeld dienen te worden.
De parameter STAND van de geselecteerde detectiezone
wordt geïnverteerd weergegeven.
Druk de (BEVESTIGEN) toets om alle uitgeschakelde
ingangen
schakelen.
Individuele ingangen inschakelen
Bovenaan in het display wordt het nummer van de
geselecteerde detectiezone weergeven. Met de toetsen
kan door de lijst met uitgeschakelde ingangen binnen de
geselecteerde detectiezone worden gebladerd.
Voor de uitgeschakelde ingangen —melders, toetsen,
van
de
geselecteerde
BGB036.02
detectiezone
in
te
51