Spoelen
b.
Knijp het pistool in, draai langzaam de luchtstelknop
(G) rechtsom, totdat de pomp begint te werken en
er een constante stroom uit het pistool komt. Knijp
de pistooltrekker aan het begin 10 tot 15 seconden
lang in. Bij het spoelen van materiaal moet u de
trekker van het pistool gebruiken totdat er schoon
oplosmiddel uit het pistool komt.
OPMERKING: Bij gebruik van een
luchtondersteund pistool moet u de luchtdruk
verhogen door de regelaar op het pistool rechtsom
te draaien.
c.
Zodra het oplosmiddel er helder uitkomt, draait
u de luchtregelknop (G) linksom, tot het niet
meer verder gaat en de manometer nul aanwijst.
De pomp stopt dan. Zodra het materiaal stopt
met stromen, laat u de trekker los en vergrendelt
u die.
OPMERKING: Bij het stilleggen aan het eind van
de werkdag, moet de pomp gestopt worden met
de stang onderin de pomp.
d.
Sluit het zelfontlastende hoofdluchtventiel.
8.
Bij doorspoelen via een afvoer-/spoelventiel:
a.
Plaats de afvoerbuis in een geaarde afvalemmer.
Open het materiaalafvoer- en reinigventiel (J) een
stukje door hem linksom te draaien.
16
ti8727a
J
b.
Draai de stelknop (G) van de luchtregelaar linksom
totdat de drukmeter (E) nul aangeeft
c.
Open het zelfontlastende hoofdluchtventiel (B).
d.
Start de pomp door de stelknop voor de
luchtregelaar (G) rechtsom te draaien totdat
de pomp begint te werken.
e.
Sluit het vloeistofafvoer- en reinigventiel (J)
door dit rechtsom te draaien, zodra er schoon
oplosmiddel uit de afvoerleiding stroomt.
De pomp zal afslaan.
f.
Stop de pomp met de stang geheel in de pomp.
g.
Draai de luchtregelknop (G) linksom tot de
manometer (E) nul aangeeft.
h.
Sluit het zelfontlastende hoofdluchtventiel (B).
9.
Voer de Drukontlastingsprocedure uit op pagina 13.
10. Verwijder het vloeistoffilter en week het in oplosmiddel.
Vervang de filterkap.
J
3A5495K