Probleemo-
plossing
Service
GSM-ruis.
Verander tijdens het doorverbinden van de oproep de stand van de
antenne, totdat u de optimale positie heeft gevonden. Plaats de an-
tenne niet vlak bij de hoofdunit of dicht bij de bedrading. Normaal
gesproken moet er een afstand van 1,5 m zitten tussen de GSM-unit,
antenne en SafeLine.
>> 1.5 m
0,1m 2
* Controle telefoonlijn
1. Voedt de unit.
2. Druk op "0" op het toetsenbord
3. Wacht op kiestoon.
4. Bel een andere telefoon en voer een gesprek.
5. Druk op "#" om op te hangen.
Als één van deze stappen niet werkt, is het probleem mogelijk niet te
wijten aan de unit, maar aan verkeerde bedrading, of een storende
of ontbrekende telefoonlijn. Voer de laatste controle uit door een
analoog telefoonsysteem parallel aan de testlijn aan te sluiten door
met dit systeem te bellen.
*** Controle ruis
1. Voedt de unit.
2. Druk op "0" op het toetsenbord.
3. Wacht op kiestoon.
4. Kies een nummer op het toetsenbord.
5. De kiestoon stopt en u hoort stilte.
6. Wanneer u ruis of gebrom hoort, kan het probleem te wijten zijn aan
inductie in de telefoonkabel.
7. Druk op "#" om op te hangen.
Volgens de voorschriften van de telefoonmaatschappijen moet de
telefoonlijn in een afzonderlijke kabel worden geplaatst. Richt de
kabel opnieuw door deze van plaats te veranderen of een ander paar
op te sporen dat vrij is van vervorming, of gebruik een gewapend
paar wanneer dit beschikbaar is. Wanneer geen van deze oplossin-
gen werkt, installeer dan een aparte kabel voor de telefoonlijn.
*** Controle microfoon
1. Bel naar de SL2 en kies de volgende nummers op de telefoon van
de beller. Druk eerst op "4" voor het handmatig omschakelen van
microfoons.
2. Druk op "7" om de cabinemicrofoon te activeren.
3. Door op "*" te drukken wordt de microfoon van de beller geactiveerd.
Als u door de microfoons kunt spreken, is de hardware OK.
18
GL6
>> 1.5 m
>> 1.5 m
SL2
SL2 v.2.06 NL