4.
Auto Fan Speed (Automatische ventilatorsnelheid) in-/uitschakelen (Valid/Invalid
(Geldig/Ongeldig)) (Standaard: INVALID (ONGELDIG))
5.
Remocon Lock/Unlock (Afstandsbediening vergrendelen/ontgrendelen) in-/
uitschakelen (Valid/Invalid (Geldig/Ongeldig)) (Standaard: VALID (GELDIG))
Hiermee maakt u gebruik van de afstandsbediening (on) mogelijk.
Bij aansluiting van meerdere SL4 op een airconditioner mag er maar één hiervan op Valid (Geldig) staan.
Wanneer een extern ingangssignaal (noodstop bijvoorbeeld) is aangesloten op deze centrale bediening,
moet deze functie worden ingesteld op "Valid" (Geldig).
6.
Remote Controller's Timer (Timer van afstandsbediening) op LOCK/UNLOCK
(Vergrendelen/Ontgrendelen) instellen (Standaard: UNLOCK (ONTGRENDELEN))
Hiermee kan gebruik van de timer van de afstandsbediening van alle units die in de groep
zijn geregistreerd, (on)mogelijk worden gemaakt.
7.
Auto Mode (volautomatische stand) in-/uitschakelen (Valid/Invalid (Geldig/Ongeldig))
(Standaard: INVALID (ONGELDIG))
Met de knop Auto Mode (volautomatische modus) in het scherm CHANGE (WIJZIGEN) en
CHANGE ALL (ALLES WIJZIGEN) kan de volautomatische stand worden in- en uitgeschakeld.
Deze functie kan worden toegepast op de buitenunits, te weten de koeling/verwarming vrije
multi-units van de KXR-serie, single-split PAC.
Gebruik Auto Mode (volautomatische stand) niet wanneer andere buitenunits dan de
bovengenoemde units zijn aangesloten.
Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier.
8.
Individual Lock/Unlock (Afzonderlijk vergrendelen/ontgrendelen) in-/uitschakelen
(Valid/Invalid (Geldig/Ongeldig)) (Standaard: INVALID (ONGELDIG))
Hiermee maakt u afzonderlijk gebruik van bijvoorbeeld Run/Stop, de bedrijfsstand en de
temperatuurinstelling met de afstandsbediening (on) mogelijk.
Deze functie kan worden gebruikt voor units van het EHP-model KXE4 of hoger en voor
afstandsbedieningen van het model RC-E1 of hoger.
9.
Malfunction Output (Normal) (Storingsuitvoer (normaal)) instellen op OPEN/CLOSE
(OPENEN/SLUITEN) (Standaard: CLOSE (SLUITEN))
Hiermee bepaalt u de status van het contact bij normaal gebruik.
10.
Malfunction Output (ALL/Leakage) (Storingsuitvoer (ALLE/lekkage))
(fabrieksinstelling: ALL (ALLE))
Stel de storingsuitvoer in op "ALL (one or more errors)" (ALLE (een of meer fouten) of
"LEAKAGE (refrigerant leakage)" (LEKKAGE (koudemiddellekkage).
Als LEAKAGE (LEKKAGE) is ingesteld, wordt de storingsuitvoer getoond, als de
koudemiddelsensor van een of meer units een koudemiddellek detecteert.
Deze functie is op sommige binnenunits niet van toepassing.
11.
Druk op de knop SET (INSTELLEN).
Wanneer u op de knop SET (INSTELLEN) drukt, wordt de instelling toegepast.
– 86 –