Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aliaxis FRIATEC FRIALEN Montage-Instructie pagina 9

Elektrolasfittingen
Inhoudsopgave

Advertenties

Handelingsvolgorde
1. Voorwarmen 1
mofzijde
e
Voorwarmparameters ingeven door gele barcode te scannen.
Voorwarmproces starten. Na beëindigen van voorwarmen ca.
12 min. laten doorwarmen.
2. Voorwarmen 2
mofzijde
e
Tijdens het doorwarmen de andere mofhelft voorwarmen.
3. 1
mofzijde spleet controleren
e
Indien nodig nogmaals voorwarmen (max. 2x). Wanneer de spleet
voldoende is gesloten de lasparameters ingeven door witte
barcode te scannen.
4. 2
mofzijde spleet controleren
e
Indien nodig nogmaals voorwarmen (max. 2x). Wanneer de spleet
voldoende is gesloten de lasparameters ingeven door witte barco-
de te scannen. Indien de doorwarmtijd met een factor twee wordt
overschreden, opnieuw voorwarmen en doorwarmen.
Fittingen met gescheiden laswikkelingen dienen aan elke zijde te
worden gelast. Bij moffen met integrale wikkeling worden beide
zijden gelijktijdig gelast.
Na het lezen van de barcode de fitting kenmerken vergelijken met
de opgave in het display van het lasapparaat. Wanneer deze
overeenkomt het lasproces starten.
Stap 6: Afkoelen
De afkoeltijd bestaat uit:
De tijd die nodig is voordat de verbinding mag worden
bewogen. De tijd aanhouden die op de barcodesticker is
aangegeven met CT.
De afkoeltijd voor belasting met testdruk of bedrijfsdruk. Deze
staan vermeld in onderstaande tabel.
Diameter in mm
250 - 355
400 - 170
800
Stap 7: Inspecteren
Beoordeling van de lassen volgens richtlijn NTA 8828.
Tijdens het afkoelen kan de uitwendige versteviging los komen te
liggen door het krimpen van de lasverbinding. Dit heeft geen
negatieve invloed op de lasverbinding.
Afkoeltijd voor FRIALEN
CT voor bewegen verbinding
30
40
90
Montage-instructie FRIALEN
De lasapparaten controleren automatisch het verloop van het
lasproces en regelen de toegevoerde energie.
Handmatige lasapparaten zonder barcode leesmogelijkheid
voldoen niet meer aan de voorwaarden. Verwerking van FRIALEN
elektrolasfittingen is met deze apparaten niet meer mogelijk.
Alleen lasapparaten gebruiken waarvan de betreffende producent
lassen van FRIALEN
elektrolasfittingen toestaat.
®
Voor moffen vanaf d710 uitsluitend FRIAMAT 7 of FRIAMAT lasappa-
raten gebruiken.
FRIALEN
elektrolasfittingen zijn voorzien van een zwelindicator.
®
De zwelindicator geeft een indruk van de uitgevoerde las.
Het correcte verloop van het lasproces wordt alleen door het
lasapparaat aangegeven.
Behoud uit algemene veiligheidsoverweging gedurende het lassen
een afstand van 1 m tot de locatie waar de las wordt gemaakt .
Vergelijk de gerealiseerde lastijd (zie display lasapparaat) met
de vereiste lastijd. Noteer de gerealiseerde lastijd op de buis of
fitting. Met deze notering wordt ook zeker gesteld dat er geen
lassen worden overgeslagen.
Na beëindiging van het lassen
kan het lasapparaat worden
losgekoppeld om een volgende
verbinding te lassen. In geval van
twijfel kan een lasverbinding
worden herhaald. De verbinding
dient echter voor de nieuwe las
volledig te zijn afgekoeld tot de
omgevingstemperatuur.
Voor het intrekken van leidingen (relining) de afkoeltijd voor belasting
met test- of bedrijfsdruk in acht nemen.
Worden de afkoeltijden niet aangehouden dan bestaat het gevaar
van een ondichte lasverbinding. Voor het aanboren dienen de
algemene verleggingsrichtlijnen te worden gevolgd.
fittingen in minuten
®
Test- of bedrijfsdruk ≤8 bar
75
95
200
Stap 8: Nabewerking
Een buisleiding mag uitsluitend na afpersen in bedrijf worden
genomen. De in Nederland geldende voorschriften en richtlijnen
dienen te worden gevolgd. Zie Certificatieregeling kabelinfra-
structuur en buizenlegbedrijven.
elektrolasfittingen
®
Test- of bedrijfsdruk >8 bar
100
120
240
9
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave