Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mofverbinding D250 T/M D900 - Aliaxis FRIATEC FRIALEN Montage-Instructie

Elektrolasfittingen
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Mofverbinding d250 t/m d900

Stap 1: Voorbereiding
Controleer buis en fitting op afmetingen en beschadiging.
Controleer staat en werking van lasapparaat. Tref beschuttende
maatregelen indien de weersomstandigheden daartoe aan-
leiding geven. Voordat de aftakking gelast of aangeboord kan
worden dient eerst de verbinding van zadel op buis te worden
uitgevoerd met in acht neming van de afkoeltijd.
Buizen, fittingen en lasapparatuur dienen bij de verwerking een
gelijke temperatuur te hebben met een omgevingstemperatuur
tussen -10°C en +45°C (moffen d710-900 tussen O°C en +45°C).
Stap 2: Voorbewerking
Kort de buis haaks af. Geschikt is een
PE buissnijder of een zaag met een
voor kunststof geschikt zaagblad.
Buis schoon maken. Laszone afmeten
en de lengte overmaats markeren
met
een
FRIALEN
markeerstift.
®
Oxidehuid verwijderen door schillen
of schrapen. Met een handschraper
of FRIATOOLS
schilapparaat de
®
oxidehuid in de laszone verwijderen
met een egale lange aaneenslui-
tende spaan (minimaal 0,2 mm).
Verwijder minimaal 20 mm extra op
de insteekdiepte. Dit geeft de
mogelijkheid om na het lassen te
bewijzen dat de oxide- huid volgens
de richtlijn is verwijderd.
Uiteinde van de buis uitwendig en
inwendig ontbramen. Hiervoor kan
een handschraper worden gebruikt.
Spanen uit de buis verwijderen.
Het FWGS 710S apparaat schilt de
halve moflengte zodat ook spie-eind
fittingen kunnen worden geschild.
Het FWSG 710L apparaat schilt de
hele moflengte om de montage
van overschuif- moffen te vereen-
voudigen.
Voor mof UB d710 is het gebruik
van het schilapparaat FWSG 710
dwingend voorgeschreven. Bij een
onvolledige verwijdering van de
oxidehuid kan er een niet homogene,
ondichte lasverbinding vormen.
Schilapparaat
FWSG 710 / 900
FWSG SE 250 - 315
FWSG XL
FWSK
Montage-instructie FRIALEN
Lassen bij uitstroming van medium is niet toegestaan.
Moffen UB zijn verwerkbaar met buizen SDR 17,6 - 7,4.
Moffen AM: SDR 17 - 33.
Fittingen zijn verwerkbaar met PE buizen SDR 17,6 - 11. In de product
databladen zijn de toepassingsmogelijkheden en afmetingen
vermeld. Op elke barcodesticker staat het SDR bereik vermeld
van de betreffende fitting.
Verwijdering van een overmatig
dikke spaan kan een te grote rings-
pleet opleveren die bij het lassen
niet of onvolledig wordt gesloten.
Controleer regelmatig het lemmet
van de handschraper en het mes
van het schilapparaat.
Messen dienen te worden vervangen
wanneer deze niet meer functioneren
of onvoldoende scherp zijn. Vijlen of
schuren is niet toegestaan omdat
verontreinigingen in de buis worden
gewreven.
FRIALEN
vrijliggende lasdraden en verzeke-
ren hiermee een optimale warmte-
overdracht. De binnenzijde mag niet
worden geschraapt.
Schuin afkorten kan ertoe leiden dat
de lasdraden gedeeltelijk niet door
de buis worden bedekt. Daardoor kan
oververhitting, onvolledige versmelting
of zelfontbranding optreden.
Buizen kunnen tijdens opslag ovaal
worden. Is de ovaliteit in de laszone
> 1,5 % van de uitwendige diameter
of > 3,0 mm, dan dient de laszone te
worden gerond tot binnen het bereik.
Gebruik hiervoor hydraulische rond-
drukklemmen aan het einde van de
laszone.
Het is niet toegestaan meermaals te
schillen om ovaliteit te verhelpen.
Bij het verleggen van moffen ≥ d710
is het gebruik van ronddrukklemmen
dwingend voorgeschreven.
Wij adviseren de buis diameter na het schillen met een diameter
maatband te controleren.
Diameter (mm)
d250 - d900
d250 - d315
d800 – d1200
d250 – d1000
elektrolasfittingen
®
®
elektrolasfittingen hebben
Spaandikte (mm)
0,30 - 0,40
0,25 - 0,35
0,40 – 0,60
n.a.
7
Max. spaandikte (mm)
0,5
0,4
0,8
n.a.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave