e6: Auto bracketing (stand M)
Deze optie bepaalt welke instellingen worden beïnvloed wanneer
AE- en flitsbracketing of AE-bracketing is geselecteerd voor de
optie Inst. voor autom. bracketing in het foto-opnamemenu in
handmatige belichtingsstand.
Optie
F
Flits/sluitertijd
Flits/sluitertijd/
G
diafragma
H
Flits/diafragma
I
Alleen flits
Flitsbracketing wordt alleen toegepast bij i-DDL- of qA
(automatisch diafragma) flitserregeling. Als een andere instelling
dan Alleen flits is geselecteerd en de flitser niet wordt gebruikt,
blijft ISO-gevoeligheid ingesteld op de waarde voor de eerste
opname wanneer automatische instelling voor ISO-gevoeligheid
aan is (0 49).
e7: Bracketingvolgorde
Bij de standaardinstelling MTR > onder > over (H) worden
belichting, flitser en witbalansbracketing als volgt uitgevoerd: eerst
wordt de ongewijzigde opname gemaakt, gevolgd door de opname
met de laagste waarde, gevolgd door de opname met de hoogste
waarde. Als Onder > MTR > over (I) is geselecteerd, wordt de
opname voortgezet in volgorde van de laagste tot de hoogste
waarde. Deze instelling heeft geen invloed op ADL-bracketing.
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
De camera varieert sluitertijd (AE-bracketing) of
sluitertijd en flitssterkte (AE- en flitsbracketing).
De camera varieert sluitertijd en diafragma
(AE-bracketing) of sluitertijd en flitssterkte, diafragma
en flitssterkte (AE- en flitsbracketing).
De camera varieert diafragma (AE-bracketing) of
diafragma en flitssterkte (AE- en flitsbracketing).
De camera varieert alleen de flitssterkte (AE- en
flitsbracketing).
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
Beschrijving
129
Menugids