ABS (Antiblokkeringsremsysteem)
WAARSCHUWING! ABS voorkomt dat de wielen blokkeren
zodat de doeltreffendheid van het remsysteem in noodgevallen
en op glad wegdek optimaal is. De potentieel kortere
remafstanden die ABS onder bepaalde omstandigheden
mogelijk maakt zijn geen alternatief voor een goed rijgedrag.
WAARSCHUWING! Houd u altijd aan de wettelijke
snelheidslimiet.
WAARSCHUWING! Pas op bij het nemen van bochten met uw
motorfiets. Als u de motorfiets in bochten remt, kan de ABS de
gewichtsoverdacht en -kracht niet tegengaan. Dit kan onveilige
rijomstandigheden opleveren. Bepaalde rijomstandigheden en
omgevingen kunnen de doeltreffendheid van de ABS beperken,
waardoor stopafstanden vergelijkbaar worden met die van een
motorfiets die niet met ABS is uitgerust.
Wanneer de motorfiets stationair draait en de sleutel staat in de
ON-positie, is het normaal dat de ABS-waarschuwingsindicator
(A) op het dashboard gaat branden. De indicator blijft branden
totdat het systeem detecteert dat de snelheid van de motorfiets
boven 5 km/h ligt. Daarna blijft hij uit totdat de sleutel wordt
uitgezet en daarna weer in de ON-positie gezet wordt.
De ABS deactiveren
WAARSCHUWING! Wanneer de ABS gedeactiveerd is, werkt
uw motorfiets als ware het een zonder ABS uitgeruste
motorfiets, met een grotere stopafstand en onvoorspelbare
remregeling.
De ABS deactiveren (startend met de motorfiets in ruststand op
een gelijk en stabiel oppervlak en de contactsleutel in de OFF-
positie):
1. Zet de standaard naar beneden.
2. Zet de motorstopschakelaar in de OFF-positie.
3. Zet de contactsleutel in de ON-positie.
4. Houd de ADJ knop (op het dashboard) en de MODE knop
(op de rechter handgreep) tegelijk ingedrukt. Na 4
seconden begint het ABS-lampje langzaam te knipperen
(ca. elke 1,2 seconden). Laat beide knoppen los.
Opmerking: het ABS-lampje zal blijven knipperen (ca. elke
1,2 seconden) totdat de sleutel wordt uitgezet en
vervolgens weer in de ON-positie wordt gezet.
Algemene bediening
4.17