BEDIENINGS- EN RIJ-INSTRUCTIES
3. Schakel de richtingaanwijzer uit wanneer het voertuig is gestopt.
4. Draai de hoofdschakelaar naar de UIT-stand om de motor uit te schakelen.
5. Zet de scooter op de bokstandaard.
6.
Om diefstal te voorkomen dient u bij het parkeren altijd het stuur te vergrendelen en de sleutel uit de
hoofdschakelaar te halen.
•
Parkeer de scooter op een vlakke en stabiele ondergrond om te voorkomen dat hij omvalt.
•
Als u op een helling parkeert, plaats dan de scooter naar boven gericht om te voorkomen dat hij omvalt.
•
Vermijd parkeren op een helling of zachte ondergrond, omdat het voertuig kan omvallen.
LET OP
De staat en de goede werking van uw scooter hangen af van hoe vaak u het juiste onderhoud, periodieke inspectie,
afstelling en smering uitvoert. De volgende instructies helpen u om uw voertuig in een goede staat te houden.
•
Als u niet bekend bent met de onderhoudswerkzaamheden, neem dan contact op met uw plaatselijke Nipponia-dealer.
•
Onderhoud, vervanging of reparatie mag worden uitgevoerd door een erkend Nipponia-servicepunt.
•
Het aanbrengen van wijzigingen aan de scooter of het vervangen van de originele onderdelen kan de prestaties en veiligheid
aantasten en het gebruik ervan zelfs onwettig maken. Door modificaties vervalt ook de garantie.
30
NL