INLEIDING Bedankt voor de aankoop van de NIPPONIA E-REX-scooter. Dit model is ontworpen voor veiligheid, gebouwd voor duurzaamheid en geperfectioneerd voor dagelijks straatgebruik. Het superieure voertuigontwerp en de ingebouwde technologie voldoen aan uw verwachtingen voor een zuinige en milieuvriendelijke levensstijl.
Pagina 4
• Deze handleiding is een integraal onderdeel van de scooter en moet deze altijd vergezellen, ook in geval van doorverkoop. • Heeft u vragen over de inhoud van deze handleiding of wilt u meer informatie over de werking van uw scooter, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw lokale Nipponia-dealer. •...
Pagina 5
BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DE HANDLEIDING BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DE HANDLEIDING Dealerlabel (stempel) hier...
INHOUDSOPGAVE INLEIDING Het activeren van de motor GARANTIE-INFORMATIE BELANGRIJKE INFORMATIE OVER Versnelling ONDERHOUDSSCHEMA DE HANDLEIDING INHOUDSOPGAVE Remmen ONDERHOUDSPLAN VEILIGHEIDSINFORMATIE Parkeren AANSLUITSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUD EN BESCHRIJVING VAN HET VOERTUIG RUIMTE VOOR NOTITIES KLEINE REPARATIES Zijaanzicht Banden Bediening en instrumenten Bandenslijtage controleren HOOFDONDERDELEN Informatie over velgen en banden Hoofdschakelaar/stuurvergrendeling...
VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSINFORMATIE Veilig rijden 1. Voer altijd de inspectie vóór het rijden uit. 2. De scooter mag niet worden gebruikt door iemand die geen geldig rijbewijs heeft. 3. Bij veel ongevallen is er sprake van motorfietsen die door andere weggebruikers niet worden gezien: •...
Pagina 8
VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSINFORMATIE Wijzigingen aan het voertuig Het aanbrengen van wijzigingen aan de scooter of het vervangen van de originele onderdelen kan de prestaties en veiligheid ervan beïnvloeden en/of het gebruik ervan illegaal maken. Neem de geldende wetgeving en alle nationale en plaatselijke voorschriften betreffende voertuiguitrusting in acht.
Pagina 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE Accessoires Bij het installeren van accessoires die niet door Nipponia zijn goedgekeurd, dient u op de volgende punten te letten: 1. De installatie van de accessoires mag geen invloed hebben op de veerweg, de lichtstand en de stuurhoek. 2. Vermijd de installatie van accessoires die uw toegang tot de bedieningsorganen van het voertuig en de beweging van uw handen en voeten kunnen belemmeren, omdat dit uw reactievermogen in een noodsituatie kan beïnvloeden.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN HOOFDSCHAKELAAR/STUURVERGRENDELING De hoofdschakelaar/stuurvergrendeling regelt het contact en de verlichting en wordt ook gebruikt om het stuurwiel te vergrendelen. De schakelaar kan in de volgende standen worden gezet: " " - Alle elektrische circuits worden van stroom voorzien en de motor is actief. De sleutel kan niet worden verwijderd.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN "P" - Parkeren Niet beschikbaar in deze versie. DASHBOARD Indicator READY ("gereed") (1) Deze indicator licht op wanneer u op de knop van de rechterschakelaar drukt om de motor los te maken en vooruit te gaan. Indicator grootlicht (2, 6) Geeft aan dat de grootlichtschakelaar in de stand AAN staat.
Pagina 15
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN Indicator positieverlichting (11) Nadat de motor is gestart, brandt het positielampje. Accuniveaumeter (12) De accuniveaumeter geeft het resterende vermogen aan voordat de accu opnieuw moet worden opgeladen. Dit wordt ook aangegeven met een numerieke waarde in procenten. Indicator versnelling (13) "1"...
Pagina 16
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN Dashboard - Meer aanwijzingen Controllerstoring Remsysteem Motorstoring Gashendelstoring Parkeren Achteruit (optioneel)* Cruisecontrolsysteem (optioneel)* * Afhankelijk van het land.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN STUURSCHAKELAARS - LINKS 1. Schakelaar dimlicht/grootlicht 2. Schakelaar bochten 3. Knop claxon Schakelaar dimlicht/grootlicht (1) de stand " " ). Deze schakelaar regelt de koplampstraal (met de lichtschakelaar in Zet de schakelaar in de stand voor het grootlicht. Zet de schakelaar in de stand voor het dimlicht.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN STUURSCHAKELAARS - RECHTS 1. Lichtschakelaar 2. Snelheidslimietschakelaar "S" 3. Parkeerschakelaar "P" Lichtschakelaar (1) De schakelaar heeft drie standen: "•" Koplamp, positielicht, achterlicht en kentekenplaatverlichting zijn uit. " " Positielicht, achterlicht en kentekenplaatverlichting zijn aan, wanneer de hoofd- schakelaar aan staat. Aanbevolen voor gebruik bij daglicht. "...
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN VOEDINGSSCHAKELAAR De stroomschakelaar zit onder de zitting van uw voertuig. Deze schakelaar kan de hoofdvoeding uitschakelen. Hij kan in de volgende standen worden gezet: Als u de accu wilt activeren, zet u de stroomschakelaar op AAN, zie foto (1). Als u de stroomschakelaar wilt uitschakelen, zet u de schakelaar in de stand UIT, zie foto (2).
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN LADER EN LAADCONTACTDOOS Bij het voertuig ontvangt u ook een lader om de accu van het voertuig op te laden. Als de accu-indicator op het dashboard minder dan twee streepjes aangeeft, moet u het voertuig zo snel mogelijk opladen. De laadkabel (1) bevindt zich in de bergruimte en de laadcontactdoos (2) bevindt zich buiten de bergruimte.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN HENDEL VOORREM De voorremhendel bevindt zich op de rechterhandgreep. Om de voorrem aan te trekken, trekt u deze hendel naar de handgreep toe. HENDEL ACHTERREM De achterremhendel bevindt zich op de linkerhandgreep. Om de achterrem aan te trekken, trekt u deze hendel naar de handgreep toe.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN Zitting Zet het voertuig op de zijstandaard of de middenstandaard om de zitting te openen. Steek vervolgens de sleutel in het zittingslot, dat zich aan de linkerkant bevindt. Draai de sleutel naar links om de zitting te openen. LET OP Druk de knop niet in bij het draaien.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN BERGRUIMTE De bergruimte bevindt zich onder de zitting. Het maximale laadvermogen is 5 kg. Wanneer alleen de hoofdaccu wordt opgeborgen, is er voldoende opslagruimte. LET OP De bergruimte wordt verwarmd door de zon. Bovendien is deze niet helemaal waterdicht. Bewaar geen gevoelige of waardevolle voorwerpen in het compartiment.
HOOFDONDERDELEN HOOFDONDERDELEN VOORSTE HAAK, HELM Gebruik deze haak om uw helm of lichtgewicht onderdelen op te hangen. LET OP Overschrijd de maximale belasting van 1 kg voor de voorste haak niet. ZIJSTANDAARD De zijstandaard bevindt zich aan de linkerkant van het voertuig. Maak de zijstandaard los door met uw voet op de beugel van de zijstandaard te gaan staan en het voertuig rechtop te zetten.
Batterij BATTERIJ-INFORMATIE ACCU-INFORMATIE ACCU Accudeksel Dit model heeft een 60V 20AH Li-ion-accu. Bij aankoop van de scooter wordt slechts één accu geleverd. Een optionele accu kan worden gebruikt voor een groter bereik. De accu is ontworpen om verticaal onder de bergruimte te worden geplaatst. Om bij de hoofdaccu te komen, moet u de accudeksel verwijderen.
Pagina 26
Batterij BATTERIJ-INFORMATIE ACCU-INFORMATIE • Sluit de voedingskabel van de lader aan op een stopcontact. • Sluit de andere kant van de voedingskabel van de lader aan op de laadcontactdoos in de bergruimte. • Sluit de voedingskabel van de lader aan op een stopcontact. •...
Batterij BATTERIJ-INFORMATIE ACCU-INFORMATIE • Als de accu oververhit raakt (bijv. na een lange afstand), laad deze dan niet op zodra u aankomt, maar wacht ten minste 15 minuten voordat u deze op de lader aansluit. • De Li-ion-accu kan niet voldoende worden opgeladen onder 0 C.
Instrumenten, lichten, signalen en Controleer de werking. • schakelaars Neem zo nodig contact op met een erkend Nipponia-servicecentrum. Opmerking: als u hulp nodig heeft bij het uitvoeren van de bovenstaande taken, aarzel dan niet om contact op te nemen met een erkend Nipponia-servicecentrum.
BEDIENING EN RIJ-INSTRUCTIES Zorg ervoor dat u volledig vertrouwd bent met alle bedieningselementen en hun functies voordat u met het voertuig gaat rijden. Raadpleeg uw lokale Nipponia-dealer als u meer hulp nodig heeft. HET ACTIVEREN VAN DE MOTOR 1. Zet de hoofdschakelaar op AAN om de motor te activeren.
BEDIENING EN RIJ-INSTRUCTIES BEDIENING EN RIJ-INSTRUCTIES Om harde versnelling in te stellen: Draai in de zachte versnellingstand de gashendel 6 keer volledig rond en uw voertuig keert terug naar de harde versnellingstand. REMMEN Als u moet remmen: Sluit de gashendel volledig. Trek de voor- en achterrem tegelijkertijd aan en verhoog geleidelijk de druk.
Pagina 31
De volgende instructies zullen u helpen om uw voertuig in een goede staat te houden. • Als u niet bekend bent met de onderhoudswerkzaamheden, neem dan contact op met uw lokale Nipponia-dealer. • Onderhoud, vervanging of reparatie kan worden uitgevoerd door een erkend Nipponia-servicepunt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES BANDEN Controleer altijd de bandenspanning om de prestaties, duurzaamheid en veilige werking van uw voertuig te optimaliseren. Scheuren, beschadigingen en slijtage van de banden veroorzaken onvast stuurgedrag of zelfs een klapband.
Als u hiermee niet bekend bent, vraag dan uw lokale Nipponia-dealer om hulp. • Overbelast uw voertuig niet, want dat verhoogt de druk op de banden, beïnvloedt het remmen en sturen en kan schade of zelfs een ongeval veroorzaken.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES Informatie over velgen en banden Velg- en bandafmetingen staan in de volgende tabel: Voor -> velg: 3,5 x12'' band: 120/70-12’’ Achter -> velg: 3,5 x12'' band: 120/70-12’’ Type: buisloos Velgen De velgen moeten voor elke rit worden gecontroleerd.
LET OP Er mag geen speling zijn aan het uiteinde van de remhendel. Neem bij speling contact op met uw Nipponia-dealer. Een zacht of sponsachtig gevoel in de remhendel kan duiden op de aanwezigheid van lucht in het hydraulische systeem. Als het hydraulische systeem lucht bevat, moet een dealer het systeem ontluchten voordat u de motorfiets gebruikt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES Remblokken voor en achter Elk voorste remblok is voorzien van slijtage-indicatoren, waardoor u de slijtage van de remblokken kunt controleren zonder de rem te hoeven demonteren. Om de slijtage van de remblokken te controleren, controleert u de stand van de slijtage-indicatoren terwijl u de rem intrapt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES LET OP • Aanbevolen wordt hetzelfde type remvloeistof te gebruiken. Het mengen van vloeistoffen kan leiden tot schadelijke chemische reacties en slechte remprestaties. • Let erop dat er bij het bijvullen geen water in de hoofdremcilinder komt. Water zal het kookpunt van de vloeistof aanzienlijk verlagen en kan dampbelvorming tot gevolg hebben.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES HOOFDSTANDAARD LET OP De werking van de hoofdstandaard moet vóór elke rit worden gecontroleerd, en de draaipunten en de contactvlakken van metaal op metaal moeten zo nodig worden gesmeerd. Als de hoofdstandaard niet soepel op en neer beweegt, laat dan een dealer deze controleren of repareren. VOORVORK De toestand en de werking van de voorvork moeten als volgt worden gecontroleerd met de in het periodieke onderhouds- en smeerschema aangegeven intervallen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES STUUR Versleten of losse stuurlagers kunnen gevaar opleveren. Daarom moet de werking van de stuurinrichting als volgt worden gecontroleerd met de in het schema voor periodiek onderhoud en smering aangegeven intervallen. 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINE REPARATIES VERLICHTING Dit model is uitgerust met een dagrijlicht. Koplamp Dit model is uitgerust met een halogeenkoplamp. Als de gloeilamp van de koplamp doorbrandt, laat u deze door een dealer vervangen. Achterlicht, kentekenverlichting en richtingaanwijzers Als het achterlicht (1), de richtingaanwijzers (2) of de kentekenplaatverlichting (3) niet werken, vervangt u de lamp of laat u het elektrische circuit ervan controleren...
PROBLEEMOPLOSSING PROBLEEMOPLOSSING Hoewel de voertuigen vóór verzending vanuit de fabriek en nogmaals vóór levering aan u grondig worden geïnspecteerd, kunnen zich tijdens het gebruik problemen voordoen. Als uw scooter echter gerepareerd moet worden, breng hem dan naar een dealer, wiens deskundige technici over het nodige gereedschap, de nodige ervaring en de nodige kennis beschikken om het voertuig goed te onderhouden.
REINIGING EN OPSLAG REINIGING EN OPSLAG REINIGEN VAN HET VOERTUIG Door het voertuig schoon te houden blijft het niet alleen mooi, maar wordt ook de levensduur verlengd en worden de prestaties geoptimaliseerd. Voor het reinigen Sluit alle kappen, deksels en elektrische aansluitingen en controleer of ze goed geïnstalleerd zijn, zodat er geen water in kan komen.
Pagina 43
REINIGING EN OPSLAG REINIGING EN OPSLAG Reiniging na normaal gebruik Verwijder vuil met warm water, een mild reinigingsmiddel en een zachte, schone spons, en spoel daarna grondig af met schoon water. Gebruik een tandenborstel of flessenborstel voor moeilijk bereikbare plaatsen. Reinigen na rijden in de regen, in de buurt van de zee of op met zout besproeide wegen LET OP Aangezien zeezout of met zout besproeide wegen in de winter extreem corrosief zijn in combinatie met water, moet u na elke rit...
REINIGING EN OPSLAG REINIGING EN OPSLAG OPSLAG Korte termijn (enkele dagen) • Bewaar uw voertuig altijd op een koele, droge plaats en bescherm het tegen stof met een voertuighoes. Sla het voertuig indien mogelijk op in een ruimte met droge lucht. Indien er vocht aanwezig is, zal dit roest veroorzaken. Lange termijn (enkele weken) •...
CONSUMENTENINFORMATIE VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER (VIN) Noteer het VIN (voertuigidentificatienummer) om reserveonderdelen te bestellen of in geval van diefstal van het voertuig. Het VIN is in het frame gegraveerd. Om het VIN te zien, verwijdert u de VIN-kap van de binnenste voorklep. Het VIN wordt gebruikt om uw motorfiets te identificeren en kan worden gebruikt om uw voertuig te registreren bij de vergunningverlenende instantie in uw regio.
Alleen de strikte naleving van de in de gebruiksaanwijzing vermelde klantenspecificaties garandeert de verlenging van de natuurlijke levensduur van uw voertuig. Voor meer informatie over de garantie kunt u terecht op www.nipponia.com.
ONDERHOUDSSCHEMA De garantie kan alleen worden verleend indien het voertuig overeenkomstig dit onderhoudsschema is onderhouden. De inspectie-intervallen zijn verplicht, anders kan geen garantie worden 1000 km Elke 3000 km Elke 6000 km Elke 9000 km verleend. ONDERDEEL TE DOEN Gemeenschappelijke controle (zie pagina 27) Controleren Gashendel en handgreep Controleren...
ONDERHOUDSPLAN De garantie kan alleen worden verleend als het voertuig in overeenstemming met dit onderhoudsplan is onderhouden. 1000 km 3000 km Stempel / Handtekening Stempel / Handtekening 6000 km 9000 km Stempel / Handtekening Stempel / Handtekening VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: NAAM .........................................................................................................
Pagina 50
ONDERHOUDSPLAN De garantie kan alleen worden verleend als het voertuig in overeenstemming met dit onderhoudsplan is onderhouden. 12000 km 15000 km Stempel / Handtekening Stempel / Handtekening 18000 km 21000 km Stempel / Handtekening Stempel / Handtekening VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: NAAM: ................................................................................................