REGULERING INZAKE DE COMPABILITEIT MET
HOORTOESTELLEN (HAC) VOOR MOBIELE
TELEFOONS
In 2003 heeft de FCC regels aangenomen om te zorgen
dat draadloze digitale telefoons compatibel zijn met
hoortoestellen en cochlea-implantaten. Hoewel analoge
draadloze telefoons gewoonlijk geen storing geven met
hoortoestellen of cochlea-implantaten, is dit soms wel het
geval met digitale draadloze telefoons vanwege de uitstraling
van elektromagnetische energie door de antenne, het
achtergrondlicht of andere onderdelen van de telefoon. Uw
telefoon voldoet aan de FCC HAC-regelgeving (ANSI C63.19-
2011). Als bepaalde draadloze telefoons dichtbij bepaalde
hoorapparatuur (hoortoestellen en cochlea-implantaten)
worden gebruikt, kunnen gebruikers een zoemend, neuriënd
of zeurend geluid waarnemen. Sommige hoorapparaten zijn
meer bestand tegen dit storingsgeluid en ook de telefoons
kunnen verschillende niveaus van storing genereren. De
draadloze telefoonindustrie heeft een classificatiesysteem
voor draadloze telefoons ontwikkeld om gebruikers van
hoortoestellen te helpen bij het vinden van telefoons die
compatibel zijn met hun hoorapparaten. Niet alle telefoons
zijn geclassificeerd. Bij geclassificeerde telefoons staan de
waarden op de verpakking of op het etiket. Deze waarden zijn
niet gegarandeerd. Resultaten zullen verschillen naargelang
het hoortoestel en het gehoorverlies van de gebruiker. Als
uw hoortoestel gevoelig is voor storing, kan het zijn dat u een
geclassificeerde telefoon niet goed kunt gebruiken. Probeer
de telefoon uit met uw hoortoestel. Dit is de beste manier
om te kijken of hij geschikt is voor uw persoonlijke behoeften.
Deze telefoon is getest en geclassificeerd voor het gebruik
met hoortoestellen en bepaalde technologieën waar hij
gebruik van maakt. Er kunnen echter nieuwere draadloze
technologieën in deze telefoon worden gebruikt die nog
niet getest zijn voor het gebruik met hoortoestellen. Het
is belangrijk dat u de verschillende kenmerken van deze
telefoon grondig uitprobeert op verschillende locaties,
waarbij u uw hoortoestel of cochlea-implantaat gebruikt
en bepaalt of u enig storend geluid hoort. Raadpleeg uw
dienstverlener of de fabrikant van deze telefoon voor meer
informatie over compabiliteit met hoortoestellen. Voor vragen
over de teruggave of het ruilen van uw telefoon kunt u uw
dienstverlener of winkelier raadplegen.
M-classificaties: Telefoons met de classificatie M3 of M4
voldoen aan de FCC-vereisten en produceren minder storing
voor hoortoestellen dan telefoons die dit etiket niet hebben.
M4 is de beste/hoogste classificatie van beide.
T-classificaties: Telefoons met de classificatie T3 of T4
voldoen aan de FCC-vereisten en zijn waarschijnlijk
bruikbaarder met een hoortoestel in de telecoilstand
("T" schakelaar of "Telefoonschakelaar") dan niet-
geclassificeerde telefoons. T4 is de beste/hoogste
classificatie van beide. (Merk op dat niet alle
hoortoestellen in de telecoilstand kunnen worden gezet.)
VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Uw telefoon voldoet aan de M4/T4-classificatie.
Hoortoestellen kunnen ook worden geclassificeerd.
Uw fabrikant van hoortoestellen of gespecialiseerde
arts kunnen u helpen bij deze classificatie. Ga voor meer
informatie over de FCC-compabiliteit met hoortoestellen
naar http://www.fcc.gov/cgb/dro.
Deze telefoon is getest en geclassificeerd voor het gebruik
met hoortoestellen voor bepaalde technologieën waar hij
gebruik van maakt. Er kunnen echter nieuwere draadloze
technologieën in deze telefoon worden gebruikt die nog
niet getest zijn voor het gebruik met hoortoestellen. Het
is belangrijk dat u de verschillende kenmerken van deze
telefoon grondig uitprobeert op verschillende locaties,
waarbij u uw hoortoestel of cochlea-implantaat gebruikt
en bepaalt of u enig storend geluid hoort. Raadpleeg uw
dienstverlener of de fabrikant van deze telefoon voor meer
informatie over compabiliteit met hoortoestellen. Voor vragen
over de teruggave of het ruilen van uw telefoon kunt u uw
dienstverlener of winkelier raadplegen.
VERMIJD HOGE TEMPERATUREN
Het achterlaten van de batterij in warme of koude
omgevingen, zoals in een afgesloten auto in zomerse of
winterse omstandigheden, vermindert de capaciteit en de
levensduur van de batterij. Probeer voor de beste resultaten
het apparaat te gebruiken tussen -20°C en +55°C. Een
apparaat met een warme of koude batterij werkt mogelijk
tijdelijk niet, zelfs al is de batterij volledig opgeladen. De
batterijprestaties zijn met name beperkt bij temperaturen
ver onder het vriespunt.
PERSOONLIJKE MEDISCHE APPARATEN
Mobiele telefoons kunnen de werking van pacemakers en
andere geïmplanteerde apparatuur beïnvloeden. Voorkom
dat de mobiele telefoon op de pacemaker wordt geplaatst,
bijvoorbeeld in uw borstzakje. Gebruik de mobiele telefoon
met het oor tegenover de pacemaker. Wanneer een minimale
afstand van 15 cm wordt aangehouden tussen de mobiele
telefoon en de pacemaker, blijft het risico op storing beperkt.
Wanneer u vermoedt dat er storing plaatsvindt, schakel
dan onmiddellijk uw mobiele telefoon uit. Neem contact op
met uw cardioloog voor meer informatie. Raadpleeg voor
andere medische apparaten uw huisarts en de fabrikant
van het apparaat. Houd u aan instructies die uitschakeling
van de telefoon of deactivering van de RF-zender vereisen,
met name in ziekenhuizen en vliegtuigen. Op deze plaatsen
gebruikte apparatuur kan gevoelig zijn voor radiogolven die
door de telefoon worden uitgezonden en hun werking negatief
beïnvloeden. Houdt u ook aan beperkingen bij tankstations
of andere gebieden met een ontvlambare atmosfeer, of in de
buurt van elektronische explosieapparatuur.
7