Schijf afspelen-Vervolg
Bestanden selecteren (MP3-cd's)
Voor MP3-cd's kunnen bestanden (MP3-bestanden) in
een hiërarchie worden georganiseerd waarbij de mappen
bestanden en submappen bevatten, zoals hieronder
wordt getoond.
• In deze handleiding wordt naar MP3-bestanden
als bestanden verwezen. Op dezelfde wijze wordt
naar mappen (directories) als mappen verwezen.
Hoofdmap
Map #1
Map #2
Als u niet een specifieke MP3-bestand of map voor het
afspelen selecteert, worden alle MP3-bestanden op de cd
in numerieke volgorde weergegeven, waarbij met
bestand #1 wordt gestart.
Op deze cd-speler vindt u twee modi om bestanden
(MP3-bestanden) te selecteren: Navigatiemodus en de
modus All Folder (Hele map).
In de modus Navigation kunt u bestanden (MP3-
bestanden) selecteren door binnen de mappenhiërarchie
te navigeren en in en uit de mappen en submappen te
gaan.
In de modus All Folder verschijnen alle mappen op
hetzelfde niveau. Dit maakt het gemakkelijk om, ongeacht
de hiërarchie, de mappen te selecteren.
Druk, terwijl het afspelen is gestopt op de toets [
[] van de afstandsbediening om naar de
Navigatiemodus te gaan, of op de toets [
naar de modus All Folder te gaan.
Als u de toetsen van de cd-speler gebruikt, drukt u op
de toets [
] om naar de navigatiemodus te gaan en
∫
houdt u de toets [
∫
Folder te gaan.
U kunt de manier waarop deze toetsen de afspeelmodus
veranderen, wijzigen. Hierdoor kunt u de beschreven
methoden voor de bestandselectie in de modus
Navigation of All Folder uitschakelen. (Zie "STOP KEY" in
"MP3-voorkeuren instellen" op pagina 25.)
18
Nl-
Bestand #1
Bestand #10
Map #3
Bestand #11
Bestand #14
Bestand #12
Bestand #13
Bestand #18
] of [] om
;
] ingedrukt om naar de modus All
Bestanden in navigatiemodus
selecteren
In de navigatiemodus kunt u bestanden selecteren door
binnen de maphiërarchie te navigeren. Deze modus kan
alleen worden gebruikt als het afspelen is gestopt.
Map #4
ENTER
1
Terwijl het afspelen is gestopt, drukt u op
de toets [] of [∫]. (voorpaneel: [∫])
De cd-speler gaat naar de navigatiemodus en
op de display verschijnt "[ROOT]" (hoofdmap).
2
Druk op de toets [] of [ENTER]
] of
(voorpaneel: [1]).
∫
De eerste mapnaam in ROOT (hoofdmap)
verschijnt op de display. Als de schijf geen
mappen bevat, verschijnt de eerste
bestandsnaam.
3
Gebruik de toetsen []/[] of [:]/[9]
om op hetzelfde niveau andere mappen en
bestanden te selecteren. (voorpaneel:
[:22]/[119])
Om een niveau hoger te gaan, drukt u op de
toets [] of [
Mappen die geen bestanden of submappen
bevatten, kunnen niet worden geselecteerd.
4
Druk op de toets [ENTER] of [] om een
niveau lager te gaan (voorpaneel: [1]).
/
] (voorpaneel: [
]).
;
∫