4.Start de motoren en controleer of het controlelampje afgifte
vermogen (groen) gaat branden.
5.Controleer of het aan te sluiten apparaat uitgeschakeld is en sluit het
dan op de generator aan.
6.Schakel de aangesloten apparatuur in.
AC-circuitonderbreker (behalve type U)
De AC-circuitonderbreker op de contactdoos voor parallelschakeling zal
het apparaat automatisch uitschakelen (drukknop komt omhoog) bij
kortsluiting of overbelasting van de generator via een contactdoos.
Als de AC-circuitonderbreker het apparaat automatisch uitschakelt,
controleer dan of het aangesloten apparaat in orde is en de nominale
capaciteit (16 A) van het circuit niet overschreden wordt. Reset dan de
AC-circuitonderbreker (druk de knop in).
AC-CIRCUIT-
ONDERBREKER
34
AAN
UIT
CONTROLELAMPJE AFGIFTE
VERMOGEN (GROEN)
CONTACTDOOS VOOR
PARALLELSCHAKELING
(AFZONDERLIJK
LEVERBAAR)