Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1.
Aan/uit
I
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
Als de projector stand-by staat, drukt u één
keer op deze knop om de projector aan te
zetten.
Als de projector aan staat, drukt u twee keer
op deze knop om de projector stand-by te
zetten.
Zie
"Starten" op pagina 31
projector uitschakelen" op pagina 41
meer informatie.
14
Inleiding
2.
12
13
14
3.
15
16
4.
6
4
17
18
19
5.
20
6.
7.
en
"De
voor
ASPECT (Beeldverhouding)
Hiermee selecteert u de
beeldverhouding zodat deze
overeenstemt met het ingangssignaal.
Zie
"Een standaardmodus selecteren"
op pagina 36
voor meer informatie.
SOURCE (Bron)
Hiermee schakelt u achtereenvolgens
naar het ingangssignaal analoog RGB,
DVI-A, DVI-D, analoog YPbPr,
S-Video, of composietvideo. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32
voor meer informatie.
OMHOOG,
OMLAAG
Wanneer het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, drukt u op
als u de menu-instellingen wilt
opslaan en afsluiten.
Druk op
OMLAAG om het OSD-
hoofdmenu te openen en verplaats de
selectiefocus naar boven. Zie
menu's gebruiken" op pagina 43
meer informatie.
MUTE (Dempen)
Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
Links,
Rechts
Hiermee kunt u het trapeziumeffect aan
de bovenzijde van het beeld corrigeren.
Wanneer het schermmenu is
geactiveerd, drukt u op deze knop om
de selectiefocus naar links of rechts te
verplaatsen of om wijzigingen aan te
brengen.
Zie
"Keystone (Trapezium)
corrigeren" op pagina 35
menu's gebruiken" op pagina 43
meer informatie.
AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldinstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie
automatisch aanpassen" op pagina 33
voor meer informatie.
OMHOOG
"De
voor
en
"De
voor
"Het beeld