De scherpstelpuntweergave
De scherpstelpuntweergave verschilt volgens de optie geselec-
teerd voor Scherpstelling.
N
•
Scherpstelkaders worden getoond door kleine vierkantjes (
stelgebieden door grote vierkanten.
•
De afmetingen van ZONE AANGEPAST 1, ZONE AANGEPAST 2 en
ZONE AANGEPAST 3 kunnen worden geselecteerd met G AF/MF
INSTELLINGEN > ZONE AANGEPASTE INSTELLING.
r
r ENKEL PUNT
ENKEL PUNT
Het aantal beschikbare pun-
ten kan worden geselecteerd
met behulp van G AF/
MF INSTELLINGEN >
AANTAL FOCUSPUNTEN.
Automatische scherpstelling
Hoewel de camera is uitgerust met een uiterst nauwkeurig automatisch
scherpstellingssysteem, is het mogelijk dat er niet kan worden scherpgesteld
op onderstaande onderwerpen.
•
Zeer glimmende onderwerpen, zoals spiegels of auto's.
•
Onderwerpen die zich achter een raam of andere refl ecterende voorwerpen
bevinden.
•
Donkere onderwerpen en onderwerpen die licht absorberen in plaats van
refl ecteren, zoals haar of vacht.
•
Niet tastbare onderwerpen, zoals rook of vuur.
•
Onderwerpen die vrijwel niet contrasteren met de achtergrond.
•
Onderwerpen die zich voor of achter een contrastrijk voorwerp bevinden
dat eveneens in het scherpstelkader valt (bijvoorbeeld een onderwerp tegen
een achtergrond met zeer contrasterende elementen).
AF modus
AF modus
y ZONE
y
ZONE
Kies uit de zones met
7×7, 5×5 of 3×3 scherp-
stelpunten of uit ZONE
AANGEPAST 1, ZONE
AANGEPAST 2 en ZONE
AANGEPAST 3.
Automatische scherpstelling
), scherp-
z GROOTHOEK/TRACKING
z
GROOTHOEK/TRACKING
Plaats het scherpstelkader
over het onderwerp dat u
wilt volgen met behulp van
continu AF.
3
77