Voorwaarden: Afwijking is groter dan ±10%
1
3
▶
Demonteer de brander. (→ Pagina 16)
▶
Demonteer de inspuiterrail. (→ Pagina 17)
▶
Controleer of in de verstuiverstaaf van (3) de brander (2)
de correcte branderinspuiters (1) geplaatst zijn door de
markeringen op de branderinspuiters met de gegevens in
de gasinsteltabellen (→ Pagina 23) te vergelijken.
▶
Als geen correcte branderinspuiters geplaatst zijn, neem
dan contact op met het serviceteam. Neem het product
niet in gebruik.
▶
Als de correcte branderinspuiters geplaatst zijn, ga dan
door met de volgende stappen.
▶
Reinig de brander. (→ Pagina 18)
▶
Bouw de branderbouwgroep in omgekeerde volgorde
opnieuw in.
▶
Herhaal de controle van de warmtebelasting.
▶
Als de afwijking nog altijd groter is dan ±10%, stel dan de
productbelasting (→ Pagina 15) in.
0020193880_03 Opalia C Installatie- en onderhoudshandleiding
6.6
Productbelasting instellen
2
1.
Draai de temperatuurkeuzeknop tot aan de aanslag met
de klok mee om de waterhoeveelheid te verminderen
en de maximale watertemperatuur in te stellen.
2.
Draai de vermogensdraaischakelaar tot aan de aanslag
tegen de klok in om het maximale productvermogen in
te stellen.
3.
Schroef de afdichtingsschroef uit de meetnippel (1) voor
de branderdruk uit.
4.
Sluit een U-buismanometer (resolutie minstens 0,1 bar)
aan.
5.
Stel met behulp van een sleufschroevendraaier de pro-
ductbelasting aan de instelschroef (2) in.
6.
Lees de waarde voor de productbelasting aan de U-
buismanometer af.
7.
Als de correcte waarden volgens de gasinsteltabellen
niet ingesteld kunnen worden, neem het product dan
niet in gebruik en breng het serviceteam op de hoogte.
8.
Verwijder de U-buismanometer.
9.
Plaats de afdichtingsschroef en de afdichting op de
meetnippel, draai de afdichtingsschroef vast en con-
troleer deze op dichtheid.
6.7
Productfunctie en dichtheid controleren
1.
Neem het product in gebruik.
2.
Controleer de gasleiding, het rookgasafvoersysteem en
de warmwaterleidingen op lekkages.
3.
Controleer alle besturings-, regel- en bewakingsinrich-
tingen op goede werking.
4.
Controleer de rookgasafvoerinstallatie op perfecte in-
stallatie en stabiele bevestiging.
5.
Zorg ervoor dat de productmantel correct gemonteerd
is.
Ingebruikname 6
1
2
15