De installatie voltooien
Nadat u een defect onderdeel hebt vervangen, installeert u eventuele andere ver-
wijderde onderdelen weer, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekoppelde
kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonkabels. Afhankelijk van het onder-
deel dat u hebt vervangen, kan het bovendien nodig zijn om te controleren of de
bijgewerkte informatie in het programma Setup Utility correct is. Zie "Setup Utility
starten" in het Naslagboekje of in de Hardware Maintenance Manual.
U voltooit de installatie als volgt:
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn
2. Als de computer een montagebeugel voor een optioneel vaste-schijfstation heeft
3. Zorg dat er geen kabels in de weg zitten die het terugplaatsen van de kap ver-
4. Plaats de kap op het frame zodat de geleiderails aan de onderkant van de kap
5. Sluit de externe kabels weer aan. Sluit het netsnoer aan op de computer en
6. Als u de systeemplaat of de microprocessor hebt vervangen, moet u het BIOS
7. Om de configuratie bij te werken, raadpleegt u "Setup Utility starten" in het
Opmerking: In de meeste landen verlangt Lenovo dat de defecte CRU wordt gere-
tourneerd. Informatie hierover vindt u bij de CRU, of ontvangt u enkele dagen
nadat de CRU is afgeleverd.
teruggeplaatst en of alle losse schroeven en stukken gereedschap uit de compu-
ter zijn verwijderd. Zie "Componenten" op pagina 1 voor de locatie van de ver-
schillende componenten.
en u hebt deze beugel gekanteld of verwijderd, dan plaatst u deze beugel terug
en sluit u de losgekoppelde kabels weer aan op het vaste-schijfstation. Zie "De
montagebeugel voor het optionele vaste-schijfstation kantelen of verwijderen"
op pagina 9.
hinderen.
in de rails vallen. Druk daarna de kap dicht totdat hij is vergrendeld.
steek de stekker in een geaard stopcontact. Zie "Componenten" op pagina 1.
bijwerken (flashen). Zie "Het BIOS bijwerken (flashen) vanaf een diskette of
CD-ROM" op pagina 36.
Naslagboekje dat bij uw computer geleverd is of in de Hardware Maintenance
Manual.
Hoofdstuk 2. Hardware vervangen
35