7.3
Stroomvoorziening aansluiten
> Leid de stroomkabel(s) door het langgat in de achter-
wand van het toestel (¬ afb. 3.4, pos. 6).
> Leid de kabels door het toestel, door de passende trek-
ontlastingen en naar de klemmen van de klemmenlijst.
> Voer de aansluitbedrading uit zoals afgebeeld in de vol-
gende bedradingsschema's.
> Draai de trekontlastingen vast.
De netexploitanten bieden verschillende soorten voeding
voor warmtepompen aan. De warmtepomp kan met ver-
schillende soorten netvoeding worden gebruikt. Op de vol-
gende pagina's zijn drie aansluitmethoden beschreven.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020132508_00
Elektrische installatie
7
45