5.1 Snooper met iQ 50 verbinden (Bluetooth)
Vóór de eerste diagnose moet de Bluetoothverbinding naar de diagnosetool Snooper tot stand worden gebracht en moet
eventueel de firmware op de Snooper worden geactualiseerd.
Instellingen
Apparaatidentificatie
Bluetooth inschakelen
Snooper instellen
1
1
3
Zoeken
Verwijderen
Configuratie van de diagnose-software
De volgende Bluetooth-apparaten
werden in de buurt gevonden.
Selecteer het diagnose-apparaat
(SNOOPER+ BT) dat u wilt
gebruiken.
Opmerking:
1
2
3
Zoeken
OK
Annuleren
36
5. Diagnosefuncties aan iQ 50
Menu instellingen
2
Verbindingen
1. In het startmenu "Instellingen" 1 selecteren.
2. In de tab "Verbindingen" 2 de functie "Instellen Snooper" 3
selecteren.
3
Diagnose-apparaat (Snooper) selecteren
1. De Snooper op de elektrische voeding (OBD-diagnose-aansluiting in het
voertuig) aansluiting.
2. In het pull-down menu 1 het gebruikte diagnose-apparaat 2 selecteren.
Snooper+
f
2
Snooper BT
f
Diagnose-apparaat zoeken
1. Met de toets "Zoeken" 3 de zoekfunctie starten.
Bluetooth-apparaten in de buurt worden gezocht.
Zoeken
Verwijderen
f
Verbinding met apparaten tot stand brengen
De gevonden Bluetooth-apparaten in de buurt worden in een lijst weergegeven.
Wanneer de gebruikte Snooper niet wordt weergegeven:
De afstand tot de Snooper verkleinen
f
De elektrische voeding van de Snooper controleren
f
1. Eventueel met de toets "Zoeken" 2 de zoekfunctie herhalen.
2. De gebruikte Snooper aan de hand van het serienummer identificeren en in
het pull-down menu 1 selecteren.
3. Met de toets "OK" 3 de geselecteerde Snooper met de
en activeren.
Bluetooth wordt op de
iQ 50
automatisch geactiveerd.
iQ 50
verbinden