2.5 Startmenu voor programmering
1
2
3
2
4
5
5
Test
2.5.1
Wielsymbolen (betekenissen)
1
D
Test
20
Het startmenu is het uitgangspunt voor alle programmeerfuncties van de
iQ
— In het bovenste gedeelte worden de ingestelde voertuiggegevens 1 weerge-
geven.
— In het midden is een voorbeeldvoertuig met 4 wielsymbolen 2 weergegeven.
— Voordat een wielsensor kan worden geprogrammeerd, moet deze worden
2
4
gekozen. Dit gebeurt door het kort aanraken van het gedeelte 4 naast het
wielsymbool.
— Het gekozen wiel wordt gemarkeerd met een zwarte driehoek 3 .
— Door het gedeelte 4 naast het wielsymbool lang aan te raken, wordt het
contextmenu van de wielsensor opgeroepen
2
— Toets Test 5 activeert de gekozen wielsensor
4
— Toets 6 roept het contextmenu van het startmenu op
van
startmenu").
6
De wielsymbolen kunnen in 3 verschillende kleuren worden weergegeven:
Kleur
Groen 1
2
Geel 2
Grijs 3
3
Naast de wielsymbolen kan verschillende informatie staan:
EZ
Info
Batterij
EZ
OE
D
50.
Betekenis
Sensor geactiveerd, waarde OK
Temperatuur en druk worden weergegeven
OK").
Sensor geactiveerd, waarde NOK
Sensor niet getest / niet geactiveerd.
Betekenis
Batterijspanning van de wielsensor zeer laag.
De wielsensor moet direct worden vervangen .
EZ-sensor herkend (programmeerbare sensor)
OE-sensor herkend (originele sensor van voertuigmerk)
Dubbele sensor-ID herkend
(Pagina 21).
(„2.7
Sensortest").
(„2.5.3 Contextmenu
(„2.6.1 Sensor
(„2.6.2 Sensor
NOK").