5.6.
Extra functies
5.6.1. DISINFECT modus
De elektronische besturing wordt ingeschakeld met de desinfectiefunctie, die bestaat uit een waterverwarmingscyclus
op 65°C gedurende een geschikte periode om de vorming van ziektekiemen in de tank te voorkomen.
De desinfectiefunctie kan automatisch of handmatig geconfigureerd worden. In de automatische modus kan de
gebruiker instellen dat de functie wekelijks of maandelijks wordt uitgevoerd. In de inactieve modus moet de gebruiker
de functie handmatig activeren door op de knop Desinfecteren te drukken. Na afloop van de functie keert het systeem
terug naar de oorspronkelijke bedrijfsmodus.
5.6.2. Vakantiemodus
Om de vakantiefunctie te activeren, ga je gewoon naar het menu en stel je het gewenste aantal vakantiedagen in,
waarna je apparaat automatisch in stand-by modus gaat tot de laatste vakantiedag. Op de laatste vakantiedag start het
apparaat de desinfectiefunctie om alle kiemvorming te elimineren die zich in de boiler heeft voorgedaan tijdens de
afwezigheid.
Zodra de vakantieperiode en de desinfectie voorbij zijn, keert je apparaat terug naar de ingestelde werking,
bijvoorbeeld als het in ECO-modus stond, keert het terug naar de ECO-modus.
Opmerking: Als je je apparaat hebt ingesteld om in vakantiemodus te gaan en het uitschakelt met de AAN/UIT-knop, is
de functie inactief en moet je bij terugkeer van vakantie je apparaat inschakelen en de gemarkeerde vakantiedagen
deselecteren (Waarde = 0). Als je deze handeling niet uitvoert, zal je apparaat niet meer werken tot de geselecteerde
vakantiedagen verlopen.
5.7.
Menu
Wanneer het nodig is om nieuwe parameters in de werking van de apparatuur te wijzigen of te configureren, moet de
gebruiker het Menu openen.
Om het menu te openen moet de toets 3 seconden lang worden ingedrukt, terwijl het toetsenbord ontgrendeld is.
Gebruik na het invoeren de COMP ▲ en E-HEATER ▼ toetsen om door de menu's en submenu's te navigeren. Om
waarden / parameters te bevestigen drukt u op de OK / LOCK toets.
Druk op CANCEL om het menu te verlaten.
5.8.
Wijziging Werkingsmodus
Het apparaat is standaard geconfigureerd om te werken in de bedrijfsmodus "ECO". Als de gebruiker het om welke
reden dan ook nodig acht om de bedrijfsmodus te wijzigen, moeten de volgende procedures worden uitgevoerd.
Ontgrendel het toetsenbord en druk op de menutoets. Blader met de ▲ ▼ toetsen door het menu en selecteer>
Bedrijfsmodus F03 om het submenu te openen en de gewenste bedrijfsmodus te selecteren (ECO, AUTO of BOOST).
Opmerking: De bedrijfsmodus van de apparatuur kan op elk moment worden gewijzigd, zonder de apparatuur uit te
schakelen of opnieuw op te starten.
28
TECHNISCH
HANDBOEK