Hoofdstuk 1
Snelkoppelingen wijzigen
U kunt de instellingen in een snelkoppeling
wijzigen.
a
Druk op
(Instell.).
b
Druk op s of t op het touchpanel om
Instellingen snelkoppeling
weer te geven.
Druk op
Instellingen snelkoppeling.
c
Druk op de snelkoppeling
die u wilt wijzigen.
d
Druk op Wijzigen.
e
Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op Ja ter
bevestiging.
f
Druk op s of t om de huidige
instellingen voor deze snelkoppeling
weer te geven en druk vervolgens op de
instelling die u wilt aanpassen.
g
Druk op s of t om de beschikbare
opties voor de instelling weer te geven
en druk vervolgens op de nieuwe optie
die u wilt instellen.
Herhaal stap f en g om desgewenst
nog meer instellingen aan te passen.
h
Druk op OK wanneer u klaar bent met
het wijzigen van de instellingen.
i
Als u de naam wilt bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen en geeft u een nieuwe
naam op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 150 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
12
j
1
k
l
OPMERKING
Indien benaderd via Instell. wordt -Leeg-
,
of
weergegeven.
Snelkoppelingen verwijderen
U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a
b
c
d
e
OPMERKING
Indien benaderd via Instell. wordt -Leeg-
weergegeven.
Snelkoppelingen gebruiken
De snelkoppelingen
weergegeven op het touchpanel. Als u een
snelkoppeling wilt gebruiken, hoeft u er alleen
maar op te drukken op het touchpanel.
Druk op s of t om de weergegeven lijst
met instellingen voor deze
snelkoppeling te controleren en
bevestigen, en druk vervolgens op Ja
om uw wijzigingen op te slaan.
Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
Druk op
.
Druk op
(Instell.).
Druk op s of t op het touchpanel om
Instellingen snelkoppeling
weer te geven.
Druk op
Instellingen snelkoppeling.
Druk op de snelkoppeling (
) die u wilt verwijderen.
Druk op Verwijder om de in stap c
gekozen snelkoppeling te verwijderen.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op
.
1
,
of
1
worden altijd