<Type Push fit Connector>
1
Duw de waterslang aangesloten van het
apparaat stevig in het uiteinde met de pijl die
naar buiten wijst. Duw de slang helemaal naar
binnen (ong. 10~12 mm).
2
Monteer na het plaatsen van de slang in de
filter, de vergrendelingsklem op zijn plaats
onder de kraag die naar boven kan worden
getrokken.
3
Herhaal dit aan de andere kant van de filter
met de rest van de waterslang.
Aansluiten op de waterkraan
1
Duw de waterslang in het gat van de in de
accessoires meegeleverde kraanaansluiting.
De slang moet stevig worden vastgehouden,
terwijl de aansluiting op de slang wordt
geduwd.
2
Zorg ervoor dat de rubberen ring binnen aan
de binnenkant van de kraanaansluiting zit
voordat u deze op de kraan schroeft.
Controleren van de wateraansluiting
1
Schakel de watertoevoer in en schakel het
apparaat in. Controleer zorgvuldig alle
aansluitingen op mogelijke lekkage als gevolg
van slecht passende slangen.
2
Houd de Water Filter-knop gedurende 3
seconden ingedrukt. Dat stelt het pictogram
voor vervanging filter opnieuw in. De nieuwe
waterfilter is geactiveerd.
3
Plaats een kopje onder de waterdispenser om
te controleren of water door het apparaat
stroomt.
4
Controleer de en de koppelingen nogmaals op
lekkage.
5
De waterfilter moet worden op een geschikte
plaats worden gezet waar deze makkelijk te
bereiken is in geval van vervangingen.
NL
19